Elektronica- en aansluit-
ruimte
Aansluitschema
VEGASWING 66 • Tweedraads 8/16 mA
9
8
Fig. 11: Elektronica- en aansluitruimte eenkamerbehuizing
1
Controlelamp - storingsmelding (rood)
2
Controlelamp - schakeltoestand (geel)
3
Controlelamp - bedrijfstoestand (groen)
4
Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
5
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
6
Testknop
7
Aardklem
8
Klembrug
9
Aansluitklemmen
Wij adviseren de VEGASWING 66 aan te sluiten volgens het rust-
stroomprincipe, d.w.z. het schakelcircuit is bij niveausignalering,
kabelbreuk of storing geopend (veilige toestand).
De sensor is geschikt voor aansluiting op een passende regelaar.
De sensor wordt via de aangesloten regelaar van spanning voorzien.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk " Technische gegevens", "
Ex-technische gegevens" vindt u in de meegeleverde " Veiligheidsin-
structie".
Het volgende schakelvoorbeeld geldt voor alle toepasbare regelaars.
De gele controlelamp op VEGASWING 66 brandt afhankelijk van de
ingestelde bedrijfsmodus.
Houdt de gebruiksaanwijzing van de regelaar aan. Geschikte rege-
laars vindt u in het hoofdstuk " Technische gegevens".
Wanneer de VEGASWING 66 in Ex-bereik wordt ingezet, moet u
tevens de bepalingen van de veiligheidsinstructies en de conformi-
teitscertificaten aanhouden. Wanneer het instrument op de analoge
ingang van een PLC moet worden aangesloten, dan moet een
geschikte veiligheidsbarrière worden tussengeschakeld.
5 Op de voedingsspanning aansluiten
4
5
3
2
1
max
0,7
g / cm 3
0,47
min
on
1
2
3
4
Test
1 2
Z
6
7
23