Functie/opbouw
VEGASWING 66 • Tweedraads 8/16 mA
6
In bedrijf nemen
6.1
Algemeen
De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de navolgende
afbeeldingen.
In de basisuitvoering kunnen producten met dichtheid ≥ 0,7 g/cm³
(0.025 lbs/in³) worden gedetecteerd. Bij producten me lagere dicht-
heid moet u de schakelaar op ≥ 0,47 g/cm³ (0.017 lbs/in³) instellen.
Als optie kan het instrument in plaats van met ≥ 0,47 g/cm ook met
een minimaal afdichtbereik van ≥ 0,42 g/cm³ (0.015 lbs/in³) worden
geleverd.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
•
Controlelampen (1, 2, 3)
•
DIL-schakelaar voor omschakeling bedrijfsstanden - min./max (4)
•
DIL-schakelaar voor instelling van het dichtheidsbereik (5)
•
Testknop (6)
Bedrijfsmodusomschakeling (min./max.)
Op regelaar VEGATOR 121, 122 of 636Ex, via de regelaar.
Met de min.-/max.-omschakeling kunt u de schakeltoestand wijzigen.
U kunt daarmee de gewenste bedrijfsstand conform de functietabel
instellen (max. - maximaal niveaudetectie resp. overvulbeveiliging,
min. - minimum niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging). Op de
regelaar kunt u ook de schakelvertraging veranderen (regelaar VEGA-
TOR 121, 122 of 636Ex).
Wanneer u de bedrijfsstandenomschakeling via de regelaar wilt
uitvoeren, moet u de bedrijfsstandenschakelaar op de elektronica van
de VEGASWING 66 op " max." instellen.
Opmerking:
Dompel de trilvork van de VEGASWING 66 voor testdoeleinden altijd
in de vloeistof. Test het functioneren van de VEGASWING 66 niet met
de hand. Dit kan beschadiging van de sensor veroorzaken.
6 In bedrijf nemen
25