74
5
Toets eventueel andere toestelnummers in. Na elk toestelnum-
mer hoort u de kiestoon.
Druk op /.
6
>
U hoort de kiestoon. De telefoon is geblokkeerd.
7
Leg de hoorn neer.
>
U kunt de blokkering opheffen door de eerste blokkeringsmoge-
lijkheid te programmeren (0).
Voorbeeld
Programmeren dat telefoon 12 alleen lokale telefoonnummers mag
bellen:
/?202 3 12 /.
21.2
Telefoonnummers programmeren die vanaf geen enkele
telefoon gebeld mogen worden
Als u naast de blokkeringsmogelijkheden 0 tot en met 5 in paragraaf
21.1 niet wilt dat bepaalde externe telefoonnummers gebeld worden,
kunt u deze nummers voor alle interne telefoons blokkeren.
U kunt één telefoonnummer blokkeren of een groep telefoonnum-
mers. U kunt bijvoorbeeld alle Servicenummers waarvoor betaald
moet worden blokkeren. Deze nummers kunnen dan vanaf geen
enkele telefoon meer worden gebeld.
U kunt groepen telefoonnummers blokkeren door de eerste cijfers
van de betreffende telefoonnummers in te toetsen, bijvoorbeeld
0900 voor alle Servicenummers waarvoor betaald moet worden.
U kunt 20 groepen telefoonnummers blokkeren. De groepen worden
opgeslagen onder de programmeerplaatsen 00 tot en met 19.
De nummers mogen uit maximaal 24 cijfers bestaan.
1
Neem de hoorn op van telefoon 11.
>
U hoort de kiestoon.
Toets code /?242 in.
2
3
Toets de gewenste programmeerplaats in (00-19).
4
Toets het telefoonnummer in dat u wilt blokkeren of toets de eer-
ste cijfers in van een groep nummers, bijvoorbeeld 0900
voor alle Servicenummers waarvoor betaald moet worden.
Druk op /.
5
>
U hoort de kiestoon. Het telefoonnummer of de groep telefoon-
nummers is voor alle telefoons geblokkeerd.
6
Leg de hoorn neer.
>
U kunt de blokkering ongedaan maken door de bovenstaande
handelingen te herhalen zonder stap 4 uit te voeren.
Voorbeeld
Op programmeerplaats 02 programmeren dat de Servicenummers
waarvoor betaald moet worden door geen enkele telefoon gebeld
kunnen worden:
/?242 02 0900 /.