Klein gebak
Koekjes
Bitterkoekjes
Schuimgebak
Muffins
Deeg van bijv. soesjes
Bladerdeeggebak
Gistdeeggebak
Brood en broodjes
Zuurdeegbrood van 1,2 kg meel*
Plat rond brood*
Broodjes*
Broodjes van gistdeeg, zoet*
* De binnenruimte voorverwarmen.
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept.
U wilt een vorm van silicone, glas, kunststof
of keramiek gebruiken.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken
is.
Het gebak zakt in.
Het gebak is in het midden hoog gerezen
en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker.
Het gebak is te droog.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Het gebak laat niet los wanneer u het uit de
vorm wilt storten.
U heeft met uw eigen thermometer de
oventemperatuur gemeten en daarbij een
afwijking vastgesteld.
Tussen vorm en rooster ontstaan vonken.
Braden en grillen
Bij de tabellen
Temperatuur en braadtijd zijn afhankelijk van de kwantiteit en
de kwaliteit van de gerechten. In de tabellen zijn bereiken
aangegeven. Begin met de laagste waarde en stel zo nodig de
volgende keer hoger in.
24
Toebehoren
Braadslede
Braadslede
Braadslede
Muffinplaat op het rooster
Braadslede
Braadslede
Braadslede
Toebehoren
Braadslede
Braadslede
Braadslede
Braadslede
Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
De vorm moet tot 250 °C hittebestendig zijn. In deze vormen wordt het gebak minder
bruin. Wanneer u de magnetron inschakelt, wordt de tijdsduur eventueel korter dan
wat in de tabel staat aangegeven.
Steek ongeveer 10 minuten voor het einde van de opgegeven baktijd een houten
prikker in op de plek waar het gebak het hoogst is. Wanneer er geen deeg meer aan
de prikker zit, is het gebak klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden
lager in en houd een langere baktijd aan. Houd rekening met de omroertijden in het
recept.
Vet nu de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Kies een lagere temperatuur en een wat langere baktijd.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedrup-
pelt u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer
10 graden hoger in en houd kortere baktijden aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere
temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor,
deze bestrooit u met amandelen of paneermeel en vervolgens brengt u de bovenste
laag erop aan. Let op recepten en baktijden.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen, dan komt het gemakke-
lijker los uit de vorm. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de rand voorzichtig
los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met
een natte, koude doek. Vet de vorm de volgende keer goed in en strooi er ook
paneermeel in.
De oventemperatuur wordt door de fabrikant met een testrooster na een bepaalde tijd
in het middelpunt van de binnenruimte gemeten. Alle vormen en toebehoren hebben
invloed op de gemeten waarde, zodat u altijd een verschil zult vaststellen wanneer u
zelf meet.
Controleer of de vorm van buiten schoon is. Verander de positie van de vorm in de
binnenruimte. Als dat niet helpt, bakt u zonder magnetron verder. De bakduur wordt
dan langer.
Hoogte
Verwar-
mingsme-
thode
2
...
2
...
2
...
2
...
2
...
2
...
2
...
Hoogte Verwar-
Temperatuur °C
mings-
methode
2
250
...
+ 170
2
220-240
a
2
200-220
...
2
190-210
...
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor het braden en
grillen" na de tabellen.
Vormen
U kunt elke vorm gebruiken die hittebestendig en geschikt voor
de magnetron is. Braad- en bakvormen van metaal zijn alleen
geschikt voor gebruik zonder de magnetronfunctie.
Temperatuur °C
Tijdsduur in
minuten
150-170
20-30
120-140
35-45
80-100
90-110
160-180
35-45
200-220
30-40
170-190
25-25
200-220
20-30
Tijdsduur in minu-
ten
10
40-50
15-20
20-30
15-25