4.
Plaats de begrenzingsdraad of de geleidingsdraad
in positie.
5.
Plaats de draaduiteinden in een koppeling.
Let op:
Zorg ervoor dat u de uiteinden van de
begrenzingsdraad of de geleidingsdraad door het
transparante gedeelte van de koppeling heen kunt
zien.
6.
Duw met een waterpomptang op het dopje van
de koppeling om de draden in de koppeling te
bevestigen.
7.
Positioneer de begrenzingsdraad of de
geleidingsdraad met staken.
8.
Sluit het laadstation aan op het stopcontact.
3.9 Na de installatie van het product
3.9.1 Visuele controle van het laadstation
uitvoeren
1.
Controleer of de led-indicator op het laadstation
groen brandt.
2.
Als de led-indicator niet groen is, controleert u de
Indicatielampje in het laadstation op
installatie. Zie
pagina 37 en Laadstation monteren op pagina 19 .
3.9.2 De basisinstellingen uitvoeren
Voordat u het product voor de eerste keer gaat
gebruiken, moet u de basisinstellingen uitvoeren.
1.
Plaats het product in het laadstation.
2.
Schakel het product in.
3.
Druk op de pijltoetsen en de knop OK. Selecteer
taal, land, datum, tijd en stel een pincode in.
22 - Installatie
Let op:
Voor sommige modellen is een
fabriekspincode vereist voordat een persoonlijke
pincode kan worden geselecteerd. Het is niet
mogelijk om 0000 als pincode te gebruiken.
4.
Druk op de knop Start en sluit de klep om het
kalibratieproces van het product te starten.
Let op:
Als de accu bijna leeg is, moet het
product de accu's opladen voordat de kalibratie
wordt gestart. Zie
Kalibratie op pagina 22 .
Let op:
Noteer de pincode. Zie
pagina 3 .
3.9.3 Kalibratie
Het kalibratieproces wordt automatisch uitgevoerd.
Nadat de basisinstellingen zijn uitgevoerd, rijdt het
product weg van het laadstation en stopt, terwijl een
aantal productinstellingen wordt gekalibreerd. Wanneer
de kalibratie is voltooid, begint het product te maaien.
3.10 De productinstellingen uitvoeren
Stel met het bedieningspaneel alle instellingen voor
het product in. Het bedieningspaneel heeft een display
en een toetsenbord, en alle functies zijn toegankelijk
via de menu's. De functies hebben fabrieksinstellingen
die van toepassing zijn voor de meeste werkgebieden,
maar de instellingen kunnen worden aangepast aan de
omstandigheden van elk werkgebied.
3.10.1 Menustructuur
Het hoofdmenu bevat het volgende:
•
Timer
Installatie
•
Veiligheid
•
Instellingen
•
Overzicht menustructuur op pagina 7 .
Zie
3.10.2 Toegang krijgen tot het menu
1.
Druk op STOP.
2.
Voer de pincode in op het toetsenbord.
3.
Druk op de meerkeuzeknop.
3.10.3 De timerinstellingen uitvoeren
Inleiding op
1285 - 009 - 22.02.2022