WAARSCHUWING:
voedingskabel en verlengkabel moeten zich
buiten het werkgebied bevinden om schade
aan de kabels te voorkomen.
WAARSCHUWING:
dat de pluggen van de laagspanningskabel
en de voedingseenheid schoon en droog
zijn voordat u ze aansluit.
Gebruik bij het aansluiten van de voeding altijd
een stopcontact dat is aangesloten op een
aardlekschakelaar (RCD).
1.
Lees en begrijp de instructies over waar u het
laadstation moet plaatsen. Zie
het laadstation moet worden geplaatst op pagina
14 .
2.
Plaats het laadstation in het geselecteerde gebied.
Let op:
Bevestig het laadstation pas met de
schroeven aan de grond als de geleidingsdraad
De geleidingsdraad installeren
is geïnstalleerd. Zie
op pagina 20 .
3.
Sluit de laagspanningskabel aan op het
laadstation.
4.
Zet de voeding op een minimale hoogte van 30
cm/12 inch.
min 30 cm / 12"
5.
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact van
100-240 V.
Let op:
Wanneer het laadstation is aangesloten,
kunt u het product opladen. Plaats het product
in het laadstation terwijl de begrenzingsdraad
en geleidingsdraad worden gelegd. Schakel
het product in om het op te laden. Zie
Hoofdschakelaar op pagina 27 . Ga pas verder
met de productinstellingen als de installatie is
voltooid.
6.
Plaats de laagspanningskabel met staken in
de grond of graaf de kabel in. Zie
positioneren met krammen op pagina 21 of De
begrenzingsdraad of geleidingsdraad ingraven op
pagina 21 .
20 - Installatie
7.
De
8.
Zorg ervoor
3.5.3 De begrenzingsdraad installeren
1.
Onderzoeken waar
2.
3.
4.
5.
6.
3.5.4 De geleidingsdraad installeren
De draad
Sluit de draden aan op het laadstation
nadat de installatie van de begrenzingsdraad
en de geleidingsdraad is voltooid. Zie
begrenzingsdraad installeren op pagina 20 en De
geleidingsdraad installeren op pagina 20 .
Bevestig het laadstation aan de grond
met de meegeleverde schroeven nadat de
geleidingsdraad is geïnstalleerd. Zie
geleidingsdraad installeren op pagina 20 .
OPGELET:
Wikkel resterende draad
niet op tot een spoel. De spoel veroorzaakt
interferentie met het product.
Plaats de begrenzingsdraad rond het volledige
werkgebied. Start en voltooi de installatie achter
het laadstation.
Open de connector en leg de begrenzingsdraad in
de connector.
Sluit de connector met een tang.
Snijd de begrenzingsdraad 1-2 cm/0.4-0.8 inch
boven elke connector.
Druk de rechterconnector op de metalen pen van
het laadstation met de markering "R".
Druk de linkerconnector op de metalen pen van
het laadstation met de markering "L".
OPGELET:
Een tweeaderige kabel
of een kroonsteentje geïsoleerd met
isolatietape levert geen adequate lassen op.
Het vocht in de grond zorgt ervoor dat de
draden gaan oxideren, waardoor het circuit
na een tijdje wordt onderbroken.
1285 - 009 - 22.02.2022
De
De