6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Aandacht: als u de borstkas hartslagmoni-
tor draagt en tegelijkertijd de handgreep met
hartslagsensor gebruikt, dan geeft het bedie-
ningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig aan.
Zie bladzijde 15 voor informatie over de borstkas
hartslagmonitor.
Voordat u de
handgreep met
hartslagmo-
nitor gebruikt
verwijdert u de
velletjes plastic
van de metalen
contactpunten op
de hartslagstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
7. Zet indien gewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft verschillende snelheidsinstel-
lingen en een automatische instelling. De snelheid
van de ventilator zal automatisch toenemen of
afnemen wanneer de snelheid van de loopband
toeneemt en afneemt als de automatische instel-
ling gekozen is.
Contactpunten
Druk op de Handmatige
ventilatortoets
[MANUAL] om een ven-
tilatorsnelheid te kiezen
of om de ventilator uit
te zetten. Druk op de
automatisch ventilator toets [AUTO] om de auto-
matische instelling te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
Als de ventilator aan staat wanneer de loopband
stilstaat, dan zal de ventilator na een paar minuten
automatisch stoppen.
8. Als u met oefenen klaar bent dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de helling van de loopband in de laagste
stand. De helling van de loopband moet in de
laagste stand staan wanneer u de loopband
wilt inklappen in de opbergstand anders kan de
loopband beschadigd worden. Trek vervolgens
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar
deze op een veilige plek.
Wanneer u met de loopband klaar bent, zet dan
de stroomschakelaar in de uitstand en neem het
snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit
niet doet, kunnen de elektrische componenten
van de loopband voortijdig slijten.
20