1.3
Technische specificaties
Het apparaat bestaat uit een
geïsoleerde branderbak, waarin
een
brandersysteem
gemonteerd, dat er voor zorgt
dat:
-
een directe overdracht
van warmte plaats vindt
van de vlam naar de
planten en de bodem.
-
een onder de isolatie
aangebracht RVS gaas
gaat gloeien.
Voor de brandstofvoorziening zijn twee autogastanks op het apparaat
gemonteerd. Beide tanks zijn voorzien van elektrisch bediende afsluiters.
Voor het aan- en uitzetten van de brander is eveneens een afsluiter geplaatst.
Het apparaat wordt bediend door de bedieningskast met een schakelaar voor
de gastoevoer en een schakelaar voor de brander.
Het apparaat is uitgerust met een automatische ontsteking en ionisatiebeveili-
ging.
De windinvloed op de werking van het apparaat wordt verminderd door de
toepassing van twee ventilatoren, die onder andere voor een overdruk onder
de branderbak zorgen.
Voor de bewaking op de werking van de ventilatoren is een luchtdruk-
schakelaar gemonteerd. De ventilatoren blijven nog ca.12 minuten, na het
afzetten van de brander, draaien om het apparaat af te koelen.
Om de spuitstukken van de brander schoon te houden wordt eveneens ca. 12
minuten, na het afzetten van de brander, lucht door de spuitstukken geblazen.
is
7