e.
Waarneming, tijdstip van inzet
Om het tijdstip van inzet zo goed mogelijk te bepalen moet het te bewerken
oppervlak, rekening houdend met de weersgesteldheid en de groeikracht van
de kruiden, eerst worden bekeken.
Vooral in het eerste jaar van behandeling moeten de tijdsintervallen tussen de
herhalingen zo kort als nodig is worden gekozen om het onkruid nauwelijks of
geen kans op herstel te geven. Hoe vlugger de planten "uitgehongerd raken",
hoe eerder men (nagenoeg) schone oppervlakten verkrijgt.
Nieuw aangelegde dan wel opgeknapte terreinen etc. moeten direct na
zichtbare opkomst van het onkruid (1 - 3 cm hoog) worden behandeld daar
jonge aanplant zeer kwetsbaar is en makkelijk te vernietigen.
Gunstig werkt ook een laatste behandeling tegen het einde van de herfst,
uiteraard alleen op plaatsen zonder bladeren.
Daardoor worden de planten ten tijde van geringe groeikracht nog eens extra
verzwakt.
f.
Bediening van Infraplus
De werksnelheid wordt sterk bepaald door aard en dichtheid van het
onkruidbestand en weersomstandigheden.
Het is zinvol om tijdens een behandeling af en toe d.m.v. een drukproef het
resultaat vast te stellen.
Men neme daartoe een blad van paardebloem, weegbree of varkensgras etc.
met lichte druk tussen duim en wijsvinger. Als een donkergroene vlek zichtbaar
wordt en de drukplek vochtig aanvoelt dan is het gewas goed geraakt en de
werksnelheid derhalve aangepast.
Is geen donkergroene verkleuring zichtbaar dan is te snel gereden. Bij te lang-
zaam tempo wordt het gewas zwartgebrand of verkoold wat onnodig energie-
verlies oplevert.
De donkergroene verkleuring gaat overigens gepaard met zichtbare
verslapping van het gewas.
Een uitzondering wordt gevormd door mos en algen die wegens hun zeer
dichte en vaak vochthoudende structuur een langere inwerktijd van de hitte
vereisen.
®
apparaten
18