Circa 65% van het bovengrondse zaad wordt dusdanig beschadigd dat het niet
meer kiemt. De preventieve werking van elke Infraplus
beschadiging van op het maaiveld liggend zaad met dunne schaal is mede
bepalend voor een duurzame reductie van het onkruidbestand.
c.
Klimaat en weersgesteldheid
Een koel, vochtig klimaat, vooral in de kuststrook, bevorderen hergroei van de
meeste onkruiden en maken frequentere toepassing van het Infraplus
systeem nodig.
Bedekte hemel en overvloedige neerslag zorgen eveneens voor snelle
hergroei. Zelfs na een aanvankelijk behandelingsresultaat kan een
vervolgbehandeling noodzakelijk zijn.
Droog en warm weer met geringe luchtvochtigheid alsmede heldere hemel en
langere periodes met zon werken in het voordeel van de Infraplus
onkruidbrander.
d.
Aard van het grondoppervlak
Droge ondergrond in lichte, humusarme bodem en zo vlak mogelijke
fijnkorrelige oppervlakten maken de behandeling lichter.
Vochtige ondergrond met hoge grondwaterstand, alsmede zware (klei)bodem
maken de behandeling moeilijker.
Kruiden in open diepe voegen, tussen klinkers, beton en siertegels alsmede
tussen kiezelstenen of schelpen zijn moeilijker te bereiken en moeten
intensiever worden behandeld dan kruiden in gesloten, strakke naden.
Een humuslaag (bijv. op ongelijke bestrating of in de goot aan de stoeprand)
moet voor de Infraplus
planten anders niet voor 100% thermisch geraakt kunnen worden.
®
behandeling mechanisch worden verwijderd omdat de
17
®
behandeling door
®
®