9 Instellingen
Dit hoofdstuk, dat bedoeld is voor de getrainde operateur, bevat informatie over het
wijzigen van standaardinstellingen op het apparaat, het registreren van items zoals
mailboxen en het adresboek, en het configureren of wijzigen van Auditron-instellingen.
OPMERKING: Afhankelijk van uw apparaatconfiguratie worden sommige
toepassingen niet getoond.
Instellingsprocedures
Volg de onderstaande stappen voor het wijzigen van standaardinstellingen, registreren
van items zoals mailboxen en het adresboek, en het configureren van Auditron-
instellingen.
1.
Druk op de toets <Aan-/afmelden> op
het bedieningspaneel.
OPMERKING: Als de toepassing Auditron
is ingeschakeld, drukt u op de toets < > om
[Systeeminstellingen] te selecteren.
2.
Selecteer de gewenste optie met de
toets <Selecteren>.
Systeeminstellingen – pagina 138
Schermcontrast – pagina 173
Maken/verwijderen – pagina 174
3.
Als u [Systeeminstellingen] heeft
geselecteerd, voert u nu de
toegangscode voor getrainde operateur
in met de alfanumerieke toetsen op het
bedieningspaneel en selecteert u [Bevestigen] met de toets <Selecteren>, of
drukt u op de toets <Invoeren>.
OPMERKING: De standaardtoegangscode is "11111". Zie Toegangscode wijzigen op
pagina 138 om de toegangscode te wijzigen.
4.
Voer de nodige handelingen uit.
Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Handleiding voor de gebruiker
Toets <Aan-/afmelden>
137