Bedrijf
Gasballastventiel met
magneetklep
18
– Het soort en de hoeveelheid van het gebruikte spoelgas moet afhankelijk van het
proces worden gekozen; indien nodig overleg plegen met Pfeiffer Vacuum.
De hoeveelheid spoelgas met de draaiknop van de kogelafsluiter 120 of ter plaatse-
met een stromingsmeter instellen.
Een ongeoorloofde hoge spoelgasdruk brengt de bedrijfsveiligheid van de pomp
in gevaar.
Het opgenomen vermogen van de pomp, de temperatuur en de afvoer van bedrijfsvloei-
stof stijgen.
De max. toegestane spoelgasdruk in acht nemen.
De hoeveelheid spoelgas ter plaatse instellen.
De invoer van gasballast of spoelgas kan door middel van een ombouwpakket door de
magneetklep worden aangestuurd.
Als spoelgas vereist is voor het proces, kan er tevens omgevingslucht worden toege-
voerd via de magneetklep. Hiervoor moet het slangmondstuk worden verwijderd en het
gasballastfilter 122 in de magneetklep worden geïnstalleerd.
Fig. 11: De magneetklep in de inlaat voor het gasballast monteren.
Voedingsspanning:
Schakelvermogen:
Houdvermogen:
Klep stroomloos gesloten
Gasballastfilter 122 demonteren.
De schroefkoppeling 154 losmaken, de platte afdichting in acht nemen.
Het buitenschroefdraad G 1/2" van de schroefkoppeling deel I afdichten en aan de ko-
gelafsluiter 120 vastmaken.
De schroefkoppeling deel II zodanig monteren dat de magneetklep naar boven is ge-
richt; de platte afdichting in acht nemen.
De elektrische aansluiting 24 V DC herstellen.
Het spoelgas op het slangmondstuk (NW 12 ... 14 mm) of na het verwijderen van het
slangmonstuk op het binnenschroefdraad G 1/2" aansluiten.
De spoelgasdruk instellen; max. 1500 hPa (absolute) druk.
LET OP
120
154
"I"
24 V AC/DC
80 W
6 W
"II"
122