Inhoudsopgave
Advertenties
6.3
Condenseerbare dampen verpompen
Standaarduitvoering
van gasballastventiel
Gasballastventiel met
spoelgasaansluiting
(optie)
Als de procesgassen condenseerbare dampen bevatten, dan moet de draaischuifpomp
met gasballast (d.w.z. met een geopend gasballastventiel) worden gebruikt.
Slecht eindvacuüm en beschadiging van de pomp!
Gevaar voor condensatie en corrosie door het overschrijden van de vochtbestendig-
heid tijdens het bedrijf zonder gasballast of bij een ontoereikende toevoer van spoel-
gas.
De dampen uitsluitend met een warme pomp en een geopend gasballastventiel af-
pompen.
Om de bedrijfsvloeistof na het einde van het proces te reinigen, moet de pomp met
een gesloten vacuümflens en een geopend gasballastventiel nog ongeveer 30 min.
langer draaien.
Om de condensatie van de condenseerbare dampen in de pomp tijdens het afpompen
te vermijden, wordt er periodiek lucht toegevoerd naar de pompkamer via het gasballast-
ventiel aan het begin van de 115 compressiefase.
Het gasballastventiel wordt door het naar rechtsdraaien in stand 0 gesloten en door het
naar links draaien in stand 1 geopend. Een tussenstand is niet mogelijk.
Het gasballastfilter moet de aangezogen lucht voor de invoer in de zuigkamer vrij van
deeltjes houden.
122
Fig. 10: Standaarduitvoering van 115 gasballastventiel
115Gasballastventiel (kogelafsluiter)
Als het aansluiten van spoelgas nodig is voor het pompproces, kan er een toevoerleiding
op het gasballastventiel worden aangesloten.
Gasballastfilter 122 uit de kogelafsluiter 120 losschroeven.
De toevoerleiding aansluiten op het binnenschroefdraad G 1/2" van de kogelafsluiter
120 en aan de schroefdraadzijde afdichten.
De spoelgasdruk op de plaats van gebruik instellen; max. 1500 hPa (absolute) druk.
LET OP
115
"I"
120
"0"
122 Gasballastfilter
Bedrijf
17
Advertenties
Inhoudsopgave
