Bevestig vervolgens de kortere aandrijving voor de voetbeugel aan de motorhouder en
het lipje met een bout en de bijbehorende veiligheidsklem. De langere aandrijving voor
de kopbeugel wordt aan de motorhouder bevestigd met een bout en bijbehorende
veiligheidsklem en aan het lipje met de lunspen voor het noodneerlaatsysteem.
Let op: De kortere aandrijving moet voor de voetbeugel worden gebruikt, de langere
aandrijving voor de hoofdbeugel!
Daaraan
wordt
de
plaat
met
de
besturingskast
op
het
onderstel
vastgeschroefd. Schroef daarvoor eerst de
twee schroeven van de plaat los en monteer
de besturingskast dan naar keuze in de
richting van het hoofd- of het voeteneindstuk.
Behalve de aandrijvingen van het ligvlak
kunnen nu alle stekkers worden aangesloten
(zie pintoewijzing in hoofdstuk 3.6).
Verbind het ligvlak zo met het onderstel, dat de kogellagers in het bovenste gebied van
het onderstel precies passend in het U-profiel aan de onderkant van het ligvlak kunnen
worden ingebracht.
41