Tips voor het
bakken
U wilt bakken volgens uw eigen
recept.
Zo stelt u vast of de cake goed
doorbakken is.
Het gebak zakt in.
Het gebak is in het midden hoog
gerezen en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker aan
de bovenkant.
Het gebak is te droog.
Het brood of het gebak (bijv.
kwarktaart) ziet er goed uit,
maar is van binnen klef (zacht,
doortrokken met waterstrepen).
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
Het vruchtengebak is te licht aan
de onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt
over.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij
het bakken aan elkaar.
Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept
vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van het
gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de
oventemperatuur 10 graden lager in. Houd rekening met de
omroertijden in het recept.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt
u het gebak voorzichtig los met een mes.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en
bak het iets langer.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes
in. Vervolgens bedruppelt u het met vruchtensap of alcohol.
Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger in en
houd kortere baktijden aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets
langer bij een wat lagere temperatuur. Bij gebak met een
vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het
met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop.
Houd u aan de recepten en baktijden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak
gelijkmatiger bruin. Gevoelig gebak bakt u met boven en
onderwarmte % op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed op de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere
braadslede.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn.
Zo is er voldoende plaats en kan het gebak goed rijzen en
helemaal bruin worden.
49