4.6
Warmwatertemperatuur instellen
Voorwaarde: Geen systeemthermostaat aangesloten
▶
Druk in de basisweergave
▶
Verander de waarde met
Voorwaarde: Systeemthermostaat aangesloten
▶
Stel de warmwatertemperatuur op de
systeemthermostaat in, → gebruiksaanwijzing
systeemthermostaat.
4.7
Productfuncties uitschakelen
4.7.1
CV-functie uitschakelen (zomermodus)
Voorwaarde: Geen systeemthermostaat aangesloten
▶
Druk in de basisweergave
▶
Verander de waarde met
Voorwaarde: Systeemthermostaat aangesloten
▶
Schakel de CV-functie met de systeemthermostaat uit
(zomerbedrijf) → gebruiksaanwijzing systeemthermostaat.
4.7.2
Warmwaterbereiding uitschakelen
Voorwaarde: Geen systeemthermostaat aangesloten
▶
Druk in de basisweergave
▶
Stel de waarde met
Voorwaarde: Systeemthermostaat aangesloten
▶
Schakel de warmwaterbereiding op de
systeemthermostaat uit, → gebruiksaanwijzing
systeemthermostaat.
4.7.3
CV-installatie leegmaken
Een andere mogelijkheid van vorstbeveiliging voor erg lange
uitschakeltijden bestaat erin de CV-installatie en het product
volledig leeg te maken.
▶
Neem hiervoor contact op met een installateur.
5
Onderhoud
5.1
Product onderhouden
▶
Reinig de mantel met een vochtige doek en een beetje
oplosmiddelvrije zeep.
▶
Gebruik geen sprays, geen schuurmiddelen,
afwasmiddelen, oplosmiddel- of chloorhoudende
reinigingsmiddelen.
0020291547_01 Hydraulic Station Gebruiksaanwijzing
.
of
en bevestig dit.
.
naar nul en bevestig dit.
.
in op nul en bevestig dit.
5.2
Onderhoud
Voor de continue inzetbaarheid, gebruiksveiligheid,
betrouwbaarheid en lange levensduur van het product zijn
een jaarlijkse inspectie en een tweejaarlijks onderhoud van
het product door de installateur noodzakelijk. Afhankelijk van
de resultaten van de inspectie kan een vroeger onderhoud
nodig zijn.
5.3
Onderhoudsmeldingen aflezen
Als het symbool
op het display weergegeven wordt, dan
heeft het product een onderhoudsbeurt nodig of het product
bevindt zich in de beperkte werking (comfortbeveiliging).
Het product bevindt zich niet in de foutmodus, maar werkt
verder.
▶
Neem contact op met een installateur.
Voorwaarde: Lhm. 37 wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus.
Het product heeft een permanente storing herkend en gaat
verder met beperkt comfort.
5.4
Installatiedruk controleren
1.
Controleer de vuldruk van de CV-installatie na de
eerste ingebruikneming en het onderhoud een week
lang dagelijks en daarna halfjaarlijks.
–
Min. werkdruk CV circuit: ≥ 0,07 MPa (≥ 0,70 bar)
2.
Laat de vuldruk via Menu Live monitor Waterdruk
weergeven.
3.
Schakel uw vakman in, zodat deze het CV-water bijvult,
om de vuldruk te verhogen en bij vaker drukverlies de
oorzaak voor het CV-waterverlies te bepalen en op te
lossen.
6
Verhelpen van storingen
6.1
Foutmeldingen aflezen
Foutmeldingen hebben prioriteit boven alle andere
weergaves en worden op het display in plaats van de
basisweergave weergegeven. Bij het tegelijk optreden van
meerdere storingen worden deze afwisselend gedurende
telkens twee seconden weergegeven.
Afhankelijk van het fouttype kan het systeem in noodbedrijf
werken om het CV-bedrijf of de warmwaterbereiding in stand
te houden.
F.723 Afgiftecircuit: druk te laag
Als de vuldruk onder de minimumdruk daalt, wordt de
warmtepomp automatisch uitgeschakeld.
▶
Breng uw installateur op de hoogte, zodat hij CV-water
kan bijvullen.
F.1120 Verwarmingselement: fase-uitval
Het product beschikt over een interne contactverbreker die
de warmtepomp uitschakelt bij kortsluiting of uitval van één
(product met 230V-stroomvoorziening) of meer (product met
400V-stroomvoorziening) stroomvoerende fasen.
Bij een defecte elektrische hulpverwarming is de
legionellabescherming niet altijd gegarandeerd.
▶
Breng uw installateur op de hoogte, zodat hij de oorzaak
verhelpt en de interne contactverbreker reset.
Onderhoud 5
9