9 Aanpassing aan de CV-installatie
Activeren via Installateurniveau → Resetten. Zie overzicht
dealerniveau in bijlage.
Als de vloerdroogfunctie geactiveerd is, dan zijn alle geko-
zen modi onderbroken. De functie regelt de aanvoertempe-
ratuur van het geregelde CV-circuit onafhankelijk van de bui-
tentemperatuur volgens een tevoren ingesteld programma.
Het display geeft de gewenste aanvoertemperatuur aan. De
lopende dag kunt u handmatig instellen.
Dagen na de start van de
functie
1
2
3
4
5
6 - 12
13
14
15
16
17 - 23
24
25
26
27
28
29
De dagwisseling is altijd om 24:00 uur, ongeacht wanneer u
de functie start.
Na net-uit/net-aan start de vloerdroogfunctie met de laatste
actieve dag.
De functie eindigt automatisch als de laatste dag van het
temperatuurprofiel afgelopen is (dag = 29) of als u de start-
dag op 0 zet (dag = 0).
8.16
Optionele systeemthermostaat in gebruik
nemen
Volgende werkzaamheden voor de ingebruikneming van het
systeem werden uitgevoerd:
–
De montage en elektrische installatie van de systeem-
thermostaat en van de buitentemperatuursensor is afge-
sloten.
–
De ingebruikneming van alle systeemcomponenten (be-
halve systeemthermostaat) is afgesloten.
Volg de installatieassistent en de gebruikers- en installatie-
handleiding van de systeemthermostaat.
38
Gewenste aanvoertempera-
tuur voor deze dag [°C]
25
30
35
40
45
45
40
35
30
25
10 (Functie vorstbescherming,
pomp in bedrijf)
30
35
40
45
35
25
9
Aanpassing aan de CV-installatie
9.1
CV-installatie configureren
Om de door de warmtepomp gegenereerde waterdoorstro-
ming aan de betreffende installatie aan te passen, kan de
maximaal beschikbare restopvoerhoogte van de warmte-
pomp in de CV- en warmwaterfunctie worden ingesteld en
ook het vermogen van de afgiftepomp voor verwarmen, koe-
len en warm water.
Omdat de warmtepompinstallatie in automatisch bedrijf de
afgiftepomp op de nominale doorstroming regelt, stelt u deze
parameter alleen indien nodig is.
Deze parameters kunnen worden opgeroepen via Menu →
Installateurniveau → Toestel configuratie.
Het instelbereik van de restopvoerhoogte ligt tussen 20 kPa
(200 mbar) en 90 kPa (900 mbar). De warmtepomp werkt
optimaal, als door de instelling van de beschikbare druk de
nominale doorstroming bereikt kan worden (Delta T = 5 K).
9.2
Totale drukverliezen van het product, CV
circuit en warm water
B
60
40
20
1000
0
A
Doorstroming in het
afgiftecircuit (l/h)
9.3
Gebruiker instrueren
Gevaar!
Levensgevaar door legionellabacteriën!
Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem-
peraturen onder 60 °C.
▶
Zorg ervoor dat de gebruiker alle maatre-
gelen voor de legionellabeveiliging kent
om de geldende voorschriften voor het
voorkomen van legionellabacteriën te ver-
vullen.
▶
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking van
de veiligheidsinrichtingen.
▶
Informeer de gebruiker over alle maatregelen voor legio-
nellabescherming.
▶
Instrueer de gebruiker over de bediening van het product.
▶
Wijs vooral op de veiligheidsvoorschriften die hij in acht
moet nemen.
▶
Informeer de gebruiker erover dat het product volgens de
opgegeven intervallen dient te worden onderhouden.
▶
Leg de gebruiker uit hoe hij de waterhoeveelheid/de vul-
druk van het systeem kan controleren.
Installatie- en onderhoudshandleiding Hydraulic Station 0020291547_01
2000
A
B
Drukverlies (kPa)