▶
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en product-
papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
10 Verhelpen van storingen
10.1
Contact opnemen met servicepartner
Als u contact opneemt met uw servicepartner, deel dan in-
dien mogelijk het volgende mee:
–
de weergegeven foutcode (F.xx)
–
de door het product weergegeven statuscode (S.xx) op
de live monitor
10.2
Foutcodes aflezen
Als er een fout in het product optreedt, dan geeft het display
een foutcode F.xx weer.
Foutcodes hebben prioriteit voor alle andere indicaties.
Als er meerdere storingen tegelijk optreden, geeft het display
de bijbehorende storingscodes afwisselend gedurende tel-
kens 2 seconden weer.
▶
Verhelp de fout.
▶
Om het product opnieuw in gebruik te nemen, drukt u op
de ontstoringstoets (→ Gebruiksaanwijzing).
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen en deze ook na meerde-
re resetpogingen opnieuw optreedt, neem dan contact op
met de klantenservice.
10.3
Foutgeheugen opvragen
Het product beschikt over een foutgeheugen. Daar kunt u
de laatste tien opgetreden fouten in chronologische volgorde
opvragen.
Om het foutgeheugen op te roepen, kiest u Menu → Installa-
teurniveau → Storingslijst.
Op het display verschijnt:
–
Aantal opgetreden fouten
–
actueel opgeroepen fout met foutnummer F.xx
–
Een tekst met uitleg over de fout.
▶
Om de laatste tien opgetreden fouten weer te geven,
gebruikt u de toets
of
10.4
Foutgeheugen resetten
▶
Druk twee keer op
, vervolgens op Annuleren en OK,
om de foutlijst te wissen.
10.5
Live Monitor (statuscodes) weergeven
Statuscodes op het display informeren over de actuele be-
drijfstoestand van het product. Ze kunnen via het menu Live
monitor worden opgeroepen.
0020291547_01 Hydraulic Station Installatie- en onderhoudshandleiding
.
Verhelpen van storingen 10
10.6
Functiemenu gebruiken
Met behulp van het functiemenu kunt u bij de foutdiagnose
individuele componenten van het product aansturen en tes-
ten. (→ Pagina 39)
10.7
Actorentest uitvoeren
Menu → Installateurniveau → Testmenu → sensor/werking
test
Met behulp van de sensor/actortest kunt u de functie van
componenten van de CV-installatie controleren. U kunt
meerdere actuatoren tegelijkertijd aansturen.
Wanneer u geen selectie maakt voor verandering, dan kunt
u de actuele aansturingswaarden van de actuatoren en de
sensorwaardes laten weergeven.
Een lijst van de sensorkenwaarden vindt u in de bijlage.
Karakteristieke waarden interne temperatuursensoren, hy-
draulisch circuit (→ Pagina 60)
Karakteristieke waarden buitentemperatuursensor VRC DCF
(→ Pagina 62)
10.8
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
▶
Kies Menu → Menu → Installateurniveau → Resetten,
om alle parameters tegelijk te resetten en de fabrieksin-
stellingen op het product te herstellen.
10.9
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Het product beschikt over een veiligheidstemperatuurbe-
grenzer.
Als de veiligheidstemperatuurbegrenzer is uitgevallen, dan
moet de oorzaak worden verholpen en moet de veiligheids-
temperatuurbegrenzer worden vervangen.
▶
Neem de tabel foutcodes in de bijlage in acht.
Foutcodes (→ Pagina 55)
▶
Controleer de hulpverwarming op beschadiging door
oververhitting.
▶
Controleer de stroomvoorziening van de netaansluitings-
printplaat op perfecte werking.
▶
Controleer de bekabeling van de netaansluitingsprint-
plaat.
▶
Controleer de bekabeling van de elektrische hulpverwar-
ming.
▶
Controleer alle temperatuursensoren op perfecte wer-
king.
▶
Controleer alle andere sensoren op perfecte werking.
▶
Controleer de druk in het CV-circuit.
▶
Controleer de CV-pomp op perfecte werking.
▶
Controleer of zich lucht in het CV-circuit bevindt.
39