1 3 . O n d e r h o u d
& Service
Waarschuwing :
Als u de elektrische
spanning uitschakelt, sluit
dan ook steeds de
gastoevoer af.
Onderhoudsschema
NOOT: als u onderdelen
nodig heeft, gebruik dan
enkel onderdelen
goedgekeurd door Reznor.
Legende:
1) Brander
2) Maximaalthermostaat LC3 (niet
geïllustreerd)
3) Werkingslamp brander
4) Ontgrendelingsknop
5) Vonkontstekingselektrode
6) Controlepaneel (gemonteerd op een
verwijderbare console (zie figuur 11b)
7) Gasklep (V1)
8) Ventilatormotor (M1)
9) Rookgasventilatormotor (model 008-
020). Locatie is voor alle types identiek,
maar uitzicht kan variëren.
10) Ventilatorthermostaat (FC)
11) Maximaalthermostaat LC1
12) Vlamvoeler
13) Maximaalthermostaat LC3
14) Zekering elektrisch gedeelte (F3.1)
De sectie ONDERHOUD EN SERVICE van deze handleiding is bedoeld om een
erkend vakman te helpen bij het onderhoud en service. De luchtverwarmer heeft
een minimum aan onderhoud nodig. Om een lange levensduur en bevredigende
resultaten te garanderen, moet een toestel dat in normale omstandigheden werkt
bij het begin van elk verwarmingsseizoen nagezien worden (minstens éénmaal per
jaar). Als het toestel echter geïnstalleerd is in een ruimte met uitzonderlijk veel stof,
roet, of andere onzuiverheden in de lucht, is het aanbevolen om meerdere
onderhoudsbeurten per jaar in te lassen.
Na elke servicebeurt moet men het toestel correct hermonteren zodat er geen
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Volg steeds de instructies voor het opstarten
van het toestel, telkens het toestel opgestart wordt.
Onderhoudsschema - De volgende procedures moeten minstens één keer per
jaar uitgevoerd worden. (Zie figuur 11a) :
• Verwijder al het vuil, pluizen, en vet van de ventilatorschoepen, -afschermnet en
-motor.
• Controleer of de warmtewisselaar zowel van binnen als van buiten geen tekenen
van beschadiging vertoont.
• Controleer of er op de brander geen ijzervijsel, stof, of pluizen liggen. Verwijder
indien nodig.
• Controleer het verbrandingsluchttoevoer- en rookgasafvoersysteem op
lekdichtheid. Vervang elk stuk dat er niet lekdicht uitziet.
• Controleer of de elektrische bedrading niet beschadigd is. Vervang indien nodig.
Figuur 11a
14
7a
13
0606UDSANLNL, Pag. 23/35