nl Reiniging en onderhoud
16.2 Apparaat reinigen
Maak het apparaat schoon zoals voorgeschreven, zo-
dat de verschillende onderdelen en oppervlakken niet
door een verkeerde reiniging of ongeschikte reinigings-
middelen beschadigd raken.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
▶
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
▶
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
▶
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur
zitten, kan dit barsten.
▶
Gebruik geen scherp of schurend reinigingsmiddel
of scherpe metalen schraper voor het reinigen van
het glas van de apparaatdeur omdat dit het opper-
vlak kan beschadigen.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
De aanwijzingen voor de reiniging van de onderde-
len en oppervlakken van het apparaat in acht ne-
men.
3.
Indien niet anders vermeld:
De verschillende onderdelen van het apparaat
‒
reinigen met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje.
Droog na met een zachte doek.
‒
16.3 Binnenruimte reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de binnenruimte beschadi-
gen.
▶
Gebruik geen ovenspray, geen schuurmiddelen of
andere agressieve reinigingsproducten voor de
oven.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
Met warm zeepsop of azijnwater reinigen.
3.
Bij sterke verontreiniging voor roestvrijstalen opper-
vlakken geschikte ovenreiniger gebruiken.
Ovenreiniger uitsluitend in een koude binnenruimte
gebruiken.
Tip: Om onaangename geuren te verhelpen, een
kopje water met een paar druppels citroensap ge-
durende 1 tot 2 minuten met maximaal magnetron-
vermogen verwarmen. Om kookvertraging te vermij-
den altijd een lepel er in plaatsen.
4.
De binnenruimte met een zachte doek afnemen.
5.
De binnenruimte met geopende deur laten drogen.
112
16.4 Zelfreinigende oppervlakken in de
binnenruimte regenereren
Het plafond in de binnenruimte is zelfreinigend. De zelf-
reinigende oppervlakken zijn voorzien van een laagje
poreus, mat keramiek en hebben een ruw oppervlak.
Als de grillfunctie in gebruik is, nemen de zelfreinigen-
de oppervlakken vetspetters van het braden of grillen
op en breken ze vetrestanten af. Als u hoofdzakelijk de
magnetronfunctie gebruikt, start u regelmatig de grill-
functie om de bovenkant te reinigen.
LET OP!
Ovenspray op de zelfreinigende oppervlakken bescha-
digt de oppervlakken.
▶
Geen ovenspray op de zelfreinigende oppervlakken
gebruiken. Wanneer er toch ovenspray op deze op-
pervlakken terechtkomt, direct afnemen met water
en een vaatdoekje. Niet wrijven en geen schurende
reinigingshulp gebruiken.
Vereisten
¡ De binnenruimte is leeg.
¡ Het apparaat is ingeschakeld.
1.
Druk op "Grill, groot".
2.
Druk op "Stand".
3.
De hoogste grillstand kiezen.
4.
Druk op "Overnemen".
5.
Druk op "Tijdsduur".
6.
Stel de gewenste duur in.
De voor de reiniging benodigde tijdsduur is afhan-
kelijk van de hoeveelheid vetrestanten. Start met
een tijdsduur van 20 minuten.
7.
Druk op "Overnemen".
8.
Start de werking met
Zolang het apparaat opwarmt, de ruimte ventileren.
a Tijdens het gebruik is rookontwikkeling mogelijk. Dit
is normaal en vermindert.
a Na het einde van de tijdsduur klinkt een signaal.
9.
Als aan het einde van de tijdsduur nog rookontwik-
keling zichtbaar is, verlengt u de tijdsduur.
16.5 Accessoires reinigen
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
Ingebrande etensresten met een vochtige vaatdoek
en heet zeepsop losweken.
3.
De accessoires met heet zeepsop en een vaatdoek
of een afwasborstel reinigen.
4.
De roest met RVS-reiniger of in de vaatwasser reini-
gen.
Gebruik bij sterke verontreiniging een RVS-spiraal-
spons of ovenreiniger.
5.
Met een zachte doek nadrogen.
16.6 Ruiten van de deur schoonmaken
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de deurruiten beschadi-
gen.
▶
Geen schraper gebruiken.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen.
2.
Reinig de deurruiten met een vochtige vaatdoek een
glasreiniger.
.