APPENDIX D – VENTILATIE
D1.1 – Luchttoevoer
Algemene richtlijnen: Er moet in alle gevallen voldoende luchttoevoer zijn, zowel voor de verbranding als voor de
algemene ventilatie, en voor eventueel andere toestellen.
Noot: Bij de open systemen wordt de verbrandingslucht voor de ketel aangezogen langs de bovenkant
van de behuizing. De luchtinlaatopeningen moeten steeds open en onbelemmerd zijn.
LPG-installaties. Wij bevelen sterk aan een gasdetectietoestel te installeren. Dit toestel moet dicht bij de
ketel(s) geplaatst worden en laag tegen de grond. De ruimte waar de ketel(s) opgesteld staan, moet
bovenaan en onderaan goed geventileerd worden volgens onderstaande aanwijzingen;
D1.2.1 Luchttoevoer via natuurlijke ventilatie – Open systemen
De ruimte waar de ketel opgesteld staat moet bovenaan en onderaan voorzien zijn van ventilatieopeningen met
rechtstreekse af- en aanvoer van buitenlucht. Een open ketelruimte moet het liefst langs vier kanten van
ventilatieopeningen voorzien zijn, maar toch minstens langs twee kanten. De ventilatieopeningen moeten een
verwaarloosbare weerstand hebben. Zij moeten zo geplaatst worden dat ze niet gemakkelijk kunnen verstopt
raken of onderlopen. Zij mogen zich niet naast een extractiesysteem bevinden met ontvlambare dampen.
Roosters en ventilatiespleten moeten zodanig gemonteerd worden dat er in de ketelruimte geen luchtstromen met
hoge snelheid kunnen voorkomen.
Ventilatie ketelruimte
Onderaan (luchttoevoer) – 4cm
Bovenaan (afvoer)
Ventilatie ketelcompartiment
Wanneer de ketel in een apart compartiment of kast moet geplaatst worden, is permanente ventilatie vereist
onderaan en bovenaan met rechtstreekse afvoer naar buiten voor afkoeling van de lucht.
Onderaan (luchttoevoer) – 10cm
Bovenaan (afvoer)
D1.2.2 Luchttoevoer via natuurlijke ventilatie – Gesloten systeem
Wanneer de ketel(s) in een ketelhuis of een ruimte binnen geplaatst worden, moet deze ruimte bovenaan en
onderaan voorzien zijn van ventilatieopeningen met rechtstreekse toevoer van buitenlucht volgens de algemene
vereisten hierboven beschreven.
Ventilatie ketelruimte
Onderaan (luchttoevoer) – 4cm
Bovenaan (afvoer)
Ventilatie ketelcompartiment
Wanneer de ketel in een apart compartiment of kast moet geplaatst worden, moet deze ruimte bovenaan en
onderaan voorzien zijn van ventilatieopeningen naar een naastliggende ruimte of naar buiten toe voor afkoeling
van de lucht.
Ventilatie naar een naastliggende ruimte – 10cm
Ventilatie rechtstreeks naar buiten
2
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
2
– 2cm
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
2
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
2
– 5cm
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
2
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
2
– 2cm
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
2
– 5cm
Varblok eco2
2
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
per kW totaal opgenomen vermogen (netto)
41
500001316/A