5.0 MONTAGE KETEL
Algemeen
De ketels worden volledig geassembleerd geleverd. Alleen de rookgascollector (uitsluitend gestapelde modules) en
de verdeelset voor de leidingen (waar nodig) moeten ter plaatse gemonteerd worden.
Als de bereikbaarheid een probleem is kunnen gestapelde modules worden gescheiden en vervolgens in de
relevante machinekamer weer worden gemonteerd – zie hoofdstuk 5.1.
Ga tijdens demontage en montage voorzichtig te werk om de ketelmantel niet te beschadigen.
Zorg bij het plaatsen van de ketel voor de minimale tussenruimtes, zoals vermeld in hoofdstuk 3.0, voor
rookgasafvoer en leidingwerk, alsmede onderhoud.
Schroef van bovenpaneel
Figuur 5.1 Bevestigingsmiddelen van module
Figuur 5.2– Rookgascollector
M8 bout – 2 per zijde
Modulair T-stuk
Afsluitplaatje met
condensafvoeropening
5.1 Demontage op locatie
De individuele modules zijn vastgezet met 4 x M8
bouten die de ketelframes op elkaar houden – zie figuur
5.1.
5.1.1 Om toegang te verkrijgen tot de M8 bouten
verwijdert u de M8 inbusbout waarmee het voorpaneel
van de bovenste module is vastgezet en tilt u het
paneel voorzichtig op zodat het los komt van de
bevestigingssteun. Zet het paneel zorgvuldig weg voor
hermontage.
5.1.2 Verwijder de kruiskopschroef waarmee het
bovenpaneel aan het ketelframe is bevestigd en zet het
paneel weg voor hermontage.
5.1.3 Maak beide zijpanelen zorgvuldig los van de M6
kogelpennen.
5.1.4 Ga naar de 4 M8 bouten (2 per zijde) en verwijder
de bouten van het frame. De bovenste module kan nu
voorzichtig van de onderste module worden getild.
Waarschuwing – de bovenste module is zwaar en
vereist dat de juiste hefmethoden en hefinrichting
worden gebruikt (155 kg voor 100-120 modellen en 200
kg voor 150-250 modellen).
5.1.5 Vier M8 hefogen moeten worden aangebracht in
de M8 gaten bovenin het ketelframe – dit zijn de
hefpunten.
5.1.6 Nadat de basismodule correct is opgesteld
moeten de gestapelde modules zorgvuldig worden
opgebouwd. Zet ze vast met de M8 bouten en breng de
zijpanelen, het bovenpaneel en voorpaneel weer aan.
5.2 Montage ketel
5.2.1 Wanneer de ketel op zijn plaats staat,
steekt u de buizen van het rookgaskanaal losjes
in elkaar en past u ze aan op de voorziene
aansluiting achteraan de ketel.
Het is aangewezen de uiteinden in te smeren
zodat ze makkelijker te draaien en in elkaar te
passen zijn.
5.2.2. Maak het afsluitplaatje onderaan het
kanaal vast.
Bevestig de rookgascollector nu nog niet, deze
kan de bereikbaarheid belemmeren voor de
andere aansluitingen.
Noot: Wanneer uw installatie uit meerdere
modules naast elkaar bestaat met telkens 2 of 3
modules gestapeld, moet u eerst de water- en
rookgasaansluitingen maken van de gestapelde
modules, daarna maakt u pas de aansluiting(en)
naar de modules ernaast.
12
Varblok eco2
500001316/A