10 ONDERHOUD
Onderhoud en controle moeten uitgevoerd worden
door
een
erkend
rookgasafvoerinstallatie, ventilatie van het ketelhuis,
veiligheidsklep,
afvoerleiding,
geplaatst, manometer, enz. moeten gecontroleerd
worden op installatie en werking. De volledige
installatie moet uitgevoerd zijn volgens de geldende
normen en praktijkrichtlijnen – zie Paragraaf 4.
10.1 Periodiek onderhoud, minstens eens per jaar,
door een erkend vakman, is aanbevolen voor een
storingsvrije werking.
Voor de Ygnis Varblok raden wij bijkomend een
controle aan 6 maanden na inbedrijfstelling, afhankelijk
van de installatieplaats en de draaiuren.
Alhoewel een jaarlijkse reiniging van de rookgasafvoer
niet noodzakelijk is, is het belangrijk dat alle
bedieningen en veiligheidselementen gecontroleerd
worden op een correcte werking.
Noot: Wanneer u het CO
en de gastemperaturen meet, krijgt u een duidelijke
indicatie
van
de
staat
waterleidingen van de ketel. Vergelijk de resultaten
met die van voorgaande metingen om een eventueel
rendementsverlies te kunnen vaststellen.
Indien u herstelwerkzaamheden aan een ketelmodule
moet uitvoeren, sluit dan de elektriciteitstoevoer naar
de module af om te voorkomen dat de module toch
zou aanslaan.
10.2 Jaarlijks onderhoud
Deze procedure beschrijft het onderhoud aan één enkele
module. Dit MOET worden uitgevoerd voor ALLE
individuele modules die een eenheid vormen. Voordat u
met het onderhoud begint, moet u volgende stappen
ondernemen:
WAARSCHUWING:
sluit
volledig af en sluit de gasklep.
1) Verwijder het voorpaneel door de bevestiging in het
midden los te draaien.
2)
Koppel
het
ontstekingsmechanisme
vlamdetectors los van de respectievelijke sondes.
Verwijder de aardkabel van de vlamdetector.
3) Koppel de elektrische voeding en de bedieningskabels
van de ventilator los, wees voorzichtig met de klemmen
van de connectors.
4) Verifieer of de gasklep gesloten is, maak vervolgens de
onderste koppeling op de flexibele slang los (bij de
aansluiting van de gasklep).
5) Verwijder zorgvuldig de elektrische stekkers van de
gasklep en de minimumgasdrukschakelaar.
6) Verwijder de cassette van het luchtinlaatfilter. Zie
vakman.
De
volledige
waterfilter
indien
-gehalte in de rookgassen
2
van
de
rookgas-
de
elektriciteitstoevoer
en
hoofdstuk 11.15.
7) Verwijder de twee M8 moeren van de brander en
haal voorzichtig de volledige brander / ventilator uit de
warmtewisselaar. Scheid de brander van de ventilator,
venturi en gasregelklep.
8) Verwijder en inspecteer het ontstekingsmechanisme
en de vlamdetector. Zorg dat ze geen vuil of aanslag
bevatten.
ontstekingsmechanisme, wanneer meer dan 200 ohm
(in koude toestand), vervang deze dan door één met
een lagere weerstand. Controleer de respectievelijke
posities – zie figuur 10.2.
NB: Het ontstekingsmechanisme is zeer kwetsbaar.
9) Controleer en reinig de brander indien nodig met een
zacht borsteltje (gebruik indien mogelijk een stofzuiger
om het stof uit de branderbuis te zuigen). Hierna kan de
branderbuis gewassen worden met schoon water. Klop
krachtig met de branderflens op een houtblok om
mogelijke kalkresten in de branderbuis los te maken en
te verwijderen. Een beschadigde of gebarsten brander
en
moet vervangen worden.
NB: Gebruik geen draadborstel om de brander te
reinigen.
10) Controleer en reinig het filterelement door het te
wassen in een warm sopje. DE KETEL NIET
GEBRUIKEN ALS HET FILTER VERWIJDERD IS!
11) Scheid de gasklep van de venturi en zorg ervoor dat
de venturi-opening en de gastoevoerleiding schoon en
vrij van obstructies zijn.
12) Inspecteer en reinig het slakkenhuis en de waaier
van de ventilator en controleer op beschadiging.
13) Inspecteer of de terugslagklep in de branderinlaat
probleemloos werkt. Als de venturi verwijderd wordt,
moet deze in exact dezelfde positie teruggeplaatst
worden.
14) Scheid de inlaatflens en het bochtstuk van de
gasregelklep door de 4 M5 kruiskopschroeven los te
draaien. Controleer of de filterzeef in de gasklep geen
de
rommel bevat, verwijder vreemd materiaal uit het filter.
Monteer alles terug in omgekeerde volgorde en
vervang, indien nodig, O-ringen, dichtingen of
verzegelingen.
Zie vanaf Paragraaf 8.4, Inbedrijfstelling en testen,
en
controleer
gasaansluitingen.
Controleer de verbranding door het CO
niveau in de rookgassen te meten zoals beschreven
in Paragraaf 8.4.
10.3 Vierjaarlijks onderhoud
26
Varblok eco2
Test
de
weerstand
voor
de
ontsteking
van
het
alle
- en CO-
2
500001316/A