C1.2 Volume en temperatuur afvoergassen
Het is aanbevolen dat het volume en de temperatuur van de afvoergassen conform de gegevens in bovenstaande
tabellen zijn.
C1.3 Materialen
De gebruikte materialen voor het rookgasafvoersysteem moeten robuust zijn, inwendig en uitwendig
corrosiebestendig, niet brandbaar en duurzaam. Let er op dat het condenswater niet kan bevriezen in de
condensafscheider en de kanalen.
WAARSCHUWING: HET ROOKGASAFVOERSYSTEEM MOET ZELFDRAGEND ZIJN EN MAG GEEN
GEVAAR VORMEN VOOR MENSEN IN OF ROND HET GEBOUW.
C1.4 Aanzuig
Het maximumaantal modules voor een gemeenschappelijke schoorsteen is 9. (IM11/IGEUP10 vermeldt 8 voor
een schoorsteen met natuurlijke trek). Raadpleeg Atlantic Belgium voor grotere installaties.
In het ontwerp van het rookgasafvoersysteem in tabel C1.1, moet er rekening mee worden gehouden dat de
verbrandingsventilator een overdruk genereert. Daarom wordt aanbevolen het rookgasafvoersysteem te voorzien
van een trekregelaar als de zuigdruk bij de ketelaansluiting waarschijnlijk negatief zal zijn. Een eventuele
trekregelaar moet in of dichtbij de verticale schoorsteen zijn aangebracht.
Het rookgasafvoersysteem moet zijn ontworpen om de maximale zuigkracht (koud) te beperken tot 30 Pa
negatief, gemeten bij de aansluiting van de ketel. Raadpleeg Atlantic Belgium als de zuigkracht groter is dan
30 Pa.
Deze toestand moet heet worden gecontroleerd terwijl alle ketels branden. De maximale druk op de aansluiting
op de ketel is 150 Pa positief.
Als het rookgasafvoersysteem aanzuigt terwijl het heet is, is de maximale zuigkracht 100 Pa.
Ventilatorverdunning - het ontwerp moet geschikt zijn voor het gebruik van balanceer- en stelkleppen en de
locatie en werking hiervan moeten zodanig zijn dat aan de bovenstaande beperkingen kan worden voldaan. Het
vermogen van de ventilator moet voldoende zijn om de relevante verdunning te verkrijgen, terwijl wordt
voorkomen dat de ketels aan een te grote zuigkracht worden blootgesteld. Raadpleeg Atlantic Belgium ingeval
van twijfel.
C1.5 Loskoppeling
Het systeem moet kunnen losgekoppeld worden voor onderhoud. Het is aangewezen dat de bochten voorzien zijn
van openingen voor inspectie en reiniging.
C1.6 Afvoer rookgassen
Het rookgasafvoersysteem moet een veilige en efficiënte werking van de ketel garanderen, het
verbrandingsproces beschermen tegen windinvloeden en de verbrandingsgassen afvoeren naar de buitenlucht.
Het kanaal moet vrij kunnen uitblazen en moet zodanig geplaatst worden dat de verbrandingsgassen het gebouw
niet terug kunnen binnenkomen. Wanneer de diameter van het rookgaskanaal minder dan 204mm (8") bedraagt,
moet u een schoorsteenopstand plaatsen. Wanneer de diameter groter is, plaatst u een schoorsteenopstand of
een rooster (tegen bv. vogels).
C1.7 Oppervlaktetemperaturen
Brandbare materialen in de buurt van de ketel en de rookgasafvoer moeten bestand zijn tegen een temperatuur
van 65°C. De rookgasafvoer moet minstens 50mm verwijderd zijn van enig brandbaar materiaal, tenzij op die
plaatsen waar de pijp door een niet-brandbare mof loopt en de luchtspleet niet minder dan 25mm mag bedragen.
38
Varblok eco2
500001316/A