4.6 ELEKTRISCHE VOEDING
OPGELET! DIT TOESTEL MOET GEAARD WORDEN OVEREENKOMSTIG DE GELDENDE
WETTELIJKE REGELS
De elektriciteitstoevoer van de ketel mag niet door een timer geschakeld worden.
De ketels werken op 230V, 50Hz.
De stroomsterkte van de externe zekeringen moet 10A bedragen.
De bedrading moet gebeuren met hittebestendige kabels met een kabeldoorsnede
2
van 1,0 mm
Elke module moet apart kunnen uitgeschakeld worden.
Stroomonderbrekers moeten een volledige elektrische isolatie vergemakkelijken.
De stroomonderbrekers moeten een minimumafstand van 3mm hebben tussen de
contacten.
De stroomonderbrekers moeten op goed bereikbare plaatsen geïnstalleerd
worden.
De elektrische bedrading naar de ketelmodules moet uitsluitend voor de ketel zijn
en door de geleverde kabelkanalen worden aangelegd. Kabels voor hoogspanning
en laagspanning moeten gescheiden worden in individuele kabelkanalen.
Wanneer spanningsvrije contacten gebruikt worden, moeten deze ook individueel
geïsoleerd kunnen worden.
De tijdsklokbediening kan via het stop/start-circuit (24V DC) van de ketelmodules.
BIJKOMENDE INFORMATIE BETREFFENDE DE ELEKTRISCHE AANSLUITING KUNT U
VINDEN IN BS EN60335, Deel 1.
NOOT: Wanneer u elektrische laswerken uitvoert op het leidingwerk moet u de
elektriciteitstoevoer naar het toestel afsluiten.
VOOR GEDETAILLEERDE INSTRUCTIES BETREFFENDE DE BEDRADING, ZIE
Figuur 4.6 - Elektrische aansluitingen van Siemens LMS
.
PARAGRAAF 5.3 & 9.3
11
Varblok eco2
500001316/A