18
Indexopgave
A
Aan het einde van het oogstseizoen ................ 102
Aanbrengen van de veiligheids- en
aanwijzingsstickers ......................................... 30
Aandraaimomenten ............................................ 82
Aandraaimomenten voor sluitschroeven en
ontluchtingsventielen aan aandrijvingen ......... 84
Aandrijving voor nachtzwaden .......................... 100
Aanduiding .......................................................... 32
Aankoppelen aan de trekker ............................... 43
Aansluiting van de hydraulische leidingen.......... 47
Aantal haakse beschermplaten .......................... 99
Afstelling van de schudtanden ............................ 73
Afwijkend draaimoment ...................................... 85
Andere geldende documenten ............................. 6
B
Banden................................................................ 86
Banden controleren en onderhouden ................. 87
Bediening ............................................................ 52
Bedrijfsstoffen ............................................... 20, 35
Belang van de handleiding ................................. 12
Breed strooien (schudden) ................................. 57
C
Conserveringswas van de tanden verwijderen ... 37
Constructieve wijzigingen aan de machine ........ 13
Contactpersonen ................................................ 30
D
Doelgroep van dit document ................................. 6
Doelinstelling voor een snel afdrogen ................ 58
E
Eerste ingebruikneming ...................................... 36
Eerste montage .................................................. 36
Extra uitrustingen en reserveonderdelen ............ 14
F
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen .............. 12
G
Gebruik volgens bestemming ............................. 12
Gebruik voor de werkzaamheden ....................... 57
Gebruiksduur van de machine ............................ 12
Gegevens voor aanvragen en bestellingen ........ 32
Geldigheid ............................................................. 6
Gevaren bij bepaalde werkzaamheden
Werkzaamheden aan de machine .................. 22
werkzaamheden aan wielen en banden ......... 23
Gevarenbronnen aan de machine ..................... 21
Gevarenzones .................................................... 16
H
Haakse beschermplaat (1) monteren: ............... 99
Haakse beschermplaat banden ......................... 99
Hefarmen instellen ............................................. 39
Het begrip ............................................................ 7
Hoe te handelen in gevaarlijke situaties en bij
ongevallen ...................................................... 23
Hydraulisch schakelschema .............................. 93
Hydraulisch systeem .......................................... 47
I
Ingebruikneming ................................................ 42
Instelling aanstuurstangen ................................. 77
Instelling van de scharnierplaats stang binnen tot
de tussenstang ............................................... 74
Instelling van de trekveer op de aanstuurstangen
....................................................................... 78
Instelling van de vergrendelingen ...................... 79
Instelling van het pendelbereik van de stangen 73
Instelling vrijschakeling onderstel ...................... 92
Instellingen ......................................................... 68
K
Kinderen in gevaar ............................................. 13
Kwalificatie van personeel ................................. 13
L
Lijsten en verwijzingen ......................................... 6
M
Machine stopzetten en beveiligen ..................... 24
Machine veilig parkeren ..................................... 20
Machineoverzicht ............................................... 31
Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad
....................................................................... 83
Metrische draadschroeven met normaal
schroefdraad .................................................. 82
Metrische draadschroeven met verzonkenkop en
binnenzeskant ................................................ 83
Montage van de houder van de
omschakelhydraulica op de trekker ............... 38
N
Nabestelling van de veiligheids- en
aanwijzingsstickers ........................................ 30
Nabestelling van dit document ............................. 6
O
Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig
uitvoeren ........................................................ 25
Indexopgave
105