65
4. Netwerkfuncties
Bestanden uploaden
U kunt een proxy-bestand of een origineel
bestand dat is opgenomen op de camcorder
uploaden naar een server op internet, of
een server op een lokaal netwerk, via een
smartphone of toegangspunt.
Voorbereidingen
Verbinding maken met een netwerk
Breng verbinding van de camcorder met
internet of een lokaal netwerk tot stand zoals
beschreven in "Verbinding met internet"
(pagina 63) of "Verbinding maken met
andere apparaten via LAN" (pagina 60).
Een bestemming van een
bestandsoverdracht registreren
Registreer eerst de server voor het uploaden.
1
Selecteer File Transfer >Server Settings1
(of Server Settings2, Server Settings3) in
het menu Network van het hoofdmenu.
Het configuratiescherm
overdrachtsbestemming verschijnt.
2
Stel alle items in op het
configuratiescherm
overdrachtsbestemming.
Display Name
Voer de naam van de server in die moet
worden weergegeven in de
overdrachtsbestemmingslijst.
Service
Geeft het servertype weer.
"FTP": FTP-server
Host Name
Voer het adres van de server in.
Port
Voer het poortnummer van de server in
waarmee verbinding moet worden
gemaakt.
User Name
Voer de gebruikersnaam in.
Password
Voer het wachtwoord in.
Passive Mode
Schakel passieve modus in of uit.
Destination Directory
Voer de naam van de map op de
bestemmingsserver in.
[Opmerkingen]
ˎ De originele bestanden worden geüpload naar
ˎ
de map "Main" binnen de opgegeven map van
de overdrachtsbestemming.
ˎ Tijdens bewerking geeft "" tekens aan die niet
ˎ
kunnen worden gewijzigd. Als deze tekens in een
mapnaam worden gebruikt kan correcte werking
niet worden gegarandeerd.
Als u wilt bewerken, verwijder dan alle tekens en
voer opnieuw een waarde in.
ˎ Als er voor de Destination Directory op de
ˎ
bestemmingsserver tekens worden ingevoerd die
ongeldig zijn, worden bestanden verzonden naar
de hoofdmap van de gebruiker. Welke tekens
ongeldig zijn verschilt, afhankelijk van de server.
Using Secure Protocol
Stel in of veilig FTP-uploaden moet
worden gebruikt.
Root Certificate
Laad/wis een certificaat.
ˎ Load
ˎ
Selecteer Set in stap 3 om een CA-
certificaat te importeren.
* Het certificaat dat moet worden geladen moet
de PEM-indeling hebben met de bestandsnaam
"certification.pem", en moet worden opgeslagen
in de hoofdmap van de geheugenkaart die is
geplaatst in de CFexpress Type A/SD-kaartsleuf
(B).
ˎ Clear
ˎ
Selecteer Set in step 3 om een CA-
certificaat te wissen.
ˎ None
ˎ
Geen certificaat laden of wissen.
[Opmerkingen]
ˎ Stel de klok van de camcorder in op de juiste tijd,
ˎ
alvorens een CA-certificaat te importeren.
ˎ Bij opnemen in XAVC-I 4096×2160P/
ˎ
3840×2160P 59.94/50P, kan Load niet worden
geselecteerd.
ˎ Bij weinig stroom kan Load/Clear niet worden
ˎ
geselecteerd voor een CA-certificaat.
Root Certificate Status
Geeft de laadstatus van het certificaat
weer.
Reset
Herstel de instellingen van Server Settings
naar de standaardwaarden.
3
Klik na voltooiing op Set om de
instellingen toe te passen.
Selecteer altijd Set na het wijzigen van de
instellingen. De instellingen worden niet
toegepast als Set niet is geselecteerd.
Een bestand selecteren en
uploaden
U kunt voor overdracht naar de server proxy-
bestanden of originele bestanden die zijn
opgenomen op geheugenkaarten selecteren.
[Opmerking]
Proxybestanden die zijn opgenomen in segmenten zijn
bestanden die bedoeld zijn voor automatisch uploaden.
Ze kunnen niet handmatig worden geselecteerd en
geüpload.
Een proxy-bestand op een
geheugenkaart uit het
pictogrammenscherm uploaden
1
Maak verbinding tussen de camcorder en
apparaat met een LAN-verbinding
(pagina 60).
2
Selecteer Transfer Clip (Proxy) >Select Clip
in het menu Thumbnail van het
hoofdmenu.
De weergave schakelt over van het
hoofdmenu naar het
pictogrammenscherm.
Clips kunnen worden verzonden vanuit
het pictogrammenscherm of het
pictogrammenscherm met gefilterde clips.
3
Selecteer de clip die u wilt verzenden en
druk op de toets MENU.
Er verschijn een bevestigingsscherm voor
de overdracht.