37
3. Filmen
De scherpstelling aanpassen
U kunt de scherpstelling automatisch of
handmatig aanpassen, afhankelijk van de
condities waarin wordt gefilmd.
De scherpstelling handmatig
aanpassen (Handmatig
scherpstellen)
Om de scherpstelling handmatig aan te
passen zet u de knop FOCUS (pagina 4) op
de stand "MAN".
Hiermee kunt u de scherpte handmatig
aanpassen volgens de condities waarin wordt
gefilmd.
Handmatig scherpstellen is nuttig voor de
volgende onderwerpen.
ˎ Onderwerpen aan de zijkant van een
ˎ
venster die zijn bedekt met waterdruppels
ˎ Onderwerpen met weinig contrast tegen
ˎ
een achtergrond
ˎ Onderwerpen die zich verder weg bevinden
ˎ
dan de onderwerpen op de voorgrond
[Tip]
U kunt in de volgende gevallen automatische
scherpstelling ook gebruiken, als handmatige
aanpassing de hoofdmethode voor bediening is.
ˎ Als de AF-gevoeligheid voor objectverplaatsing is
ˎ
ingesteld op 1(Locked)
ˎ Als de schakelaar FOCUS is ingesteld op de stand "AF"
ˎ
ˎ Bij het bedienen van de scherpstellingsring (AF Assist
ˎ
pagina 40)
Scherpstellen door aanraken (Spot
Focus)
In handmatige scherpstelmodus kunt u de
plek aangeven waarop u wilt scherpstellen
door deze aan te raken.
Wilt u Spot Focus gebruiken, stel dan Focus >
Touch Function in MF (pagina 81) in het
menu Shooting in op Spot Focus.
Een markering voor Spot Focus wordt
weergegeven wanneer u op de plek tikt
waarop u wilt scherpstellen.
[Tips]
ˎ In de modus Spot Focus kunt u drukken op een
ˎ
toewijsbare knop (pagina 49) die is toegewezen
aan Push AF/Push MF om tijdelijk Spot Focus te
stoppen en automatisch scherpstellen inschakelen
voor zolang als u de knop ingedrukt houdt.
De scherpstelling gaat terug naar handmatige
scherpstelling als u de knop loslaat.
ˎ De functie Spot Focus werkt niet als het objectief is
ˎ
ingesteld op handmatige scherpstelling.
ˎ U kunt de plaats voor Spot Focus niet opgeven als de
ˎ
scherpstelling is vergroot of wanneer Touch Operation
(pagina 100) in het menu Technical is ingesteld op
Off.
Automatische scherpstelling tijdelijk
gebruiken (Push Auto Focus (AF))
Als Focus >Push AF Mode (pagina 81) in
het menu Shooting van het hoofdmenu is
ingesteld op AF, druk dan op de knop PUSH
AUTO FOCUS (pagina 4) in de modus
handmatig scherpstellen om automatisch
scherp te stellen als de knop wordt ingedrukt.
Scherpstellen vindt plaats binnen het
scherpstellingsgebied dat is ingesteld met
Focus >Focus Area (pagina 81) in het menu
Shooting van het hoofdmenu.
De scherpstelling gaat terug naar handmatige
scherpstelling als u de knop loslaat.
Dit is nuttig als u de scherpstelling langzaam
van het ene naar het andere onderwerp wilt
verplaatsen tijdens handmatige scherpstelling.
[Tip]
Dezelfde werking wordt ondersteund bij gebruik van
een toewijsbare knop (pagina 49) toegewezen aan
Push AF/Push MF.
[Opmerking]
De functie Push Auto Focus werkt niet als het objectief is
ingesteld op handmatige scherpstelling.
Eenmalig automatische scherpstelling
gebruiken (Push Auto Focus (AF-S))
Stel Focus >Push AF Mode (pagina 81) in
het menu Shooting van het hoofdmenu in
op Single-shot AF(AF-S) en stel vervolgens
het scherpstellingsgebied in met Focus
>Focus Area(AF-S) (pagina 81) in het menu
Shooting van het hoofdmenu.
Druk in de modus handmatige scherpstelling
op de knop PUSH AUTO FOCUS om
automatisch met hoge snelheid scherp te
stellen. Het scherpstellen stopt zodra u de
toets loslaat.
De scherpstellingsstatus wordt aangegeven
door de scherpstellingsindicator.
ˎ Aan: de scherpstelling is gefixeerd op de
ˎ
scherpstellingspositie.
ˎ Knipperend: onscherp. Omdat scherpstellen
ˎ
niet automatisch plaatsvindt, wijzigt u de
compositie en scherpstellingsinstellingen
om scherpstelling te bereiken.
De scherpstelling gaat terug naar handmatige
scherpstelling als u de knop loslaat.
Dit is nuttig als u snel op een onderwerp wilt
scherpstellen voordat u begint met filmen.
[Tips]
ˎ Dezelfde werking wordt ondersteund bij gebruik van
ˎ
een toewijsbare knop (pagina 49) toegewezen aan
Push AF/Push MF.
ˎ U kunt ook de functie Push AF Mode toewijzen aan
ˎ
een toewijsbare knop (pagina 49).
ˎ U kunt ook de Focus Area(AF-S) toewijzen aan een
ˎ
toewijsbare knop (pagina 49).
ˎ U kunt het scherpstellingskader weergeven of
ˎ
verbergen met Display On/Off > Focus Area Ind.
(AF-S) (pagina 94) in het menu Monitoring van het
hoofdmenu.
ˎ Tijdens scherpstellingsvergroting wordt de
ˎ
scherpstelling aangepast om in de vergrote
weergavepositie te passen.
[Opmerkingen]
ˎ De functie Push Auto Focus werkt niet als het
ˎ
objectief is ingesteld op handmatige scherpstelling.
ˎ Het scherpstellingskader is niet verborgen als de
ˎ
knop DISPLAY wordt gebruikt.
ˎ Tijdens Clear Image Zoom kunt u de kaderpositie
ˎ
voor Focus Area(AF-S) niet instellen. Tijdens Push
AF-S geeft AF voorrang aan het gebied midden in het
scherm.
Scherpstellen met behulp van vergrote
weergave (Focus Magnifier)
Volgens de standaard fabrieksinstellingen
is de functie Focus Magnifier ×3/×6
toegewezen aan de knop ASSIGN 4 op
de afstandsbedieningsgreep en de knop
ASSIGN 7 op de draaggreep (pagina 49).
Druk op de knop ASSIGN 4 of ASSIGN 7 om
de zoeker over te schakelen naar het scherm
scherpstellingsvergroting, waar het midden
ongeveer drie keer wordt vergroot. Druk
nogmaals op de knop om de vergroting
ongeveer zes keer te maken. Deze functie is
nuttig om de scherpstelling te controleren.
Druk nogmaals op de knop om terug te gaan
naar het normale scherm.
U kunt de positie die moet worden vergroot
tijdens scherpstellingsvergroting verplaatsen
met de keuzeschakelaar (pagina 7).
Indrukken van de keuzeschakelaar gaat terug
naar het midden van het beeld.
Als scherpstellen (AF) plaatsvindt binnen het
scherpstellingsgebied dat is ingesteld met
Focus >Focus Area (pagina 81) in het menu
Shooting van het hoofdmenu.
Als scherpstelling door knop indrukken
(AF-S) wordt gebruikt tijdens
scherpstellingsvergroting, wordt de
scherpstelling aangepast aan de vergrote
weergavepositie.