VOORZICHTIG:
Zorg ervoor dat de koppeling ontkoppeld is en de schakelhendel in de
vrijstand staat wanneer de motor wordt gestart, om plotselinge
bewegingen te voorkomen.
De koppeling grijpt aan wanneer de koppelingshendel wordt ingeknepen
en komt vrij door de hendel los te laten.
1.Draai de brandstofkraan in de stand OPEN.
2.Zet bij koude motor en lage
buitentemperaturen de
chokehendel in de stand
DICHT.
OPMERKING:
Gebruik de choke niet als de
motor warm is en bij hoge
omgevingstemperaturen.
5. STARTEN VAN DE MOTOR
OPEN
BRANDSTOFKRAAN
DICHT
CHOKEHENDEL
23