De voor het netwerk benodigde elektrische voeding
wordt geleverd door de aangesloten apparaten.
Daarom moet tenminste een van de apparaten in het
netwerk in staat zijn om deze voeding te leveren (zie
specificaties).
Per voedend apparaat kunt u maximaal drie niet-
voedende apparaten op het MasterBus netwerk
aansluiten. U kunt zonder problemen meerdere
voedende apparaten aansluiten.
8.3
MASTERBUS: CONTROLE EN PROGRAMMEREN VAN DE MASS COMBI
8.3.1
Monitoring (controle)
Parameter
Omschrijving
Basic setup
Bedrijfstoestand van de Mass Combi. Indien ingesteld als
Mode
"Lader" zal de Mass Combi alleen in laderbedrijf actief kunnen
zijn, en dus niet in omvormerbedrijf, zie paragraaf 4.2.3
Begrenzing van de maximale AC ingangsstroom indien "Input
Walzekering
Select" staat ingesteld op "Walstroom" (instelling van de Power
Sharing functie)
Instelling van de externe stroomvoorziening aan de AC-ingang.
Indien ingesteld op "Walstroom", dan wordt de AC
ingangsstroom begrensd door de instelling de parameter
Input Select
"Walzekering". Indien ingesteld op "Generator", dan wordt de
AC ingangsstroom begrensd door de instelling de parameter
"Generatorgrens"; zie paragraaf 8.3.2, Extra instel.
Status
Toont de status van de Mass Combi: "Omvormen", "Laden" of
Status
"Stand-by".
Laderbedrijf: Geeft de huidige DC-laadstroom weer als
percentage van de maximale laadstroom
Last
Omvormerbedrijf: Geeft het huidige uitgangsvermogen weer
als percentage van het nominale uitgangsvermogen
Mei 2010 / Mass Combi 12/2500-100; 24/2500-60; 48/2500-35; 48/5000-70 / NL
OK
Het MasterBus netwerk mag niet cirkelvorming
worden uitgevoerd.
Maak in het MasterBus netwerk geen aftappingen met
zogenaamde splitters.
Fabrieks-
instelling
Auto
25A
Walstroom
MASTERBUS
Instelbereik
Auto, Lader
6A, 10A, 16A, 25A
Walstroom,
Generator
(alleen uitlezen)
(alleen uitlezen)
83