5 INSTALLATIE
Gedurende de installatie en het in gebruik stellen van de
Mass Combi zijn altijd de Veiligheidsvoorschriften en
maatregelen van toepassing. Zie hiervoor hoofdstuk 2 van
deze gebruikershandleiding
5.1
UITPAKKEN
De doos waarin de Mass Combi is geleverd bevat behalve
de Mass Combi:
•
een accutemperatuursensor;
•
MasterBus - Serial interface, inclusief RS232 kabel (60
cm, gekruiste aders);
•
deze gebruikershandleiding.
Controleer na het uitpakken de inhoud op mogelijke
beschadigingen. In geval van beschadigingen moet u het
product niet gebruiken. Neem in geval van twijfel contact
op met uw leverancier
Controleer aan de hand van de typenummerplaat (zie
paragraaf 1.6) of de DC ingangsspanning overeenkomt
met de accuspanning (bijv. een 24VDC accuset voor een
24VDC ingangsspanning). Controleer ook of de AC
uitgangsspanning en het uitgangsvermogen van de Mass
Combi geschikt zijn voor de aan te sluiten belasting
5.2
GEBRUIKSOMGEVING
Neem tijdens installatie de volgende voorwaarden in acht:
•
De Mass Combi is alleen ontworpen voor binnenshuis
gebruik.
•
Omgevingstemperatuur tussen 0 .. 60°C; (afnemende
prestaties
als
de temperatuur van het interne
koellichaam boven de 25°C komt)
•
Luchtvochtigheid: 0-95% niet condenserend
•
Monteer de Mass Combi op of aan een solide
oppervlak, met de aansluitkabels naar beneden.
•
Zorg ervoor dat de tijdens bedrijf opgewarmde lucht
kan ontsnappen. De Mass Combi dient zo te worden
gemonteerd
dat
er
luchtventilatie kan ontstaan.
•
Houd rondom de Mass Combi tenminste 10cm ruimte
vrij. Zie ook paragraaf 5.7.
•
Plaats de Mass Combi niet in dezelfde ruimte als de
accu's.
•
Plaats de Mass Combi nooit recht boven de accu's
i.v.m. mogelijke corrosieve accudampen
NL / Mass Combi 12/2500-100; 24/2500-60; 48/2500-35; 48/5000-70 / Mei 2010
geen
blokkade
van
5.3
BEDRADING
De
bedrading
aansluitcompartiment. De bedrading kan, indien nodig,
achterlangs van boven naar beneden lopen.
Voer de bedrading altijd eerst door de wartels en sluit de
bedrading dan op de aansluitklemmen aan. Sluit de fase
aan op de L schroefklem, de nulleider op de N
schroefklem en de aarde op de PE / GND schroefklem.
5.3.1
AC-bedrading
Voor een veilige installatie dient u de juiste aderdoorsnee
toe te passen. Gebruik geen aderdoorsnee die kleiner is
dan aangegeven. Zie onderstaande tabel om de juiste
aderdoorsnee voor de AC-bedrading te kiezen:
Wisselstroom
15-20 Ampère
20-32 Ampère
32-48 Ampère
48-80 Ampère
Aanbevolen draadkleuren (raadpleeg plaatselijk geldende
bepalingen):
•
230V AC installaties:
Draadkleur
Bruin of zwart
Blauw
Groen/Geel
De maximale stroom door de Mass Combi dient te worden
begrensd. Daarom moet de AC-ingang worden afgezekerd
volgens onderstaande specificaties:
Model Mass Combi
de
Alle modellen
wordt
aangesloten
binnen
Minimale aderdoorsnee:
in mm²
AWG
2.5 mm²
AWG 13
4 mm²
AWG 11
6 mm²
AWG 9
10 mm²
AWG 7
Betekenis
Aansluiten op:
Fase
L1
Nul
N
Aarde
PE / GND
Maximale zekering
aan AC-ingang
50A
INSTALLATIE
in
het
65