9 Verzorging en onderhoud
8.3
Aanwijzingen betreffende het invriezen
▪ Controleer verpakkingen op beschadigingen. Vochtige plekken of opgeblazen verpak-
kingen kunnen op ontdooide inhoud duiden.
▪ Levensmiddelen die moeten worden ingevroren mogen niet in contact komen met
reeds ingevroren producten, omdat deze anders kunnen ontdooien.
▪ Vries alleen kleine hoeveelheden tegelijkertijd in zodat de temperatuur van de reeds
opgeslagen producten niet te sterk stijgt (max. vriescapaciteit zie typeplaatje of gege-
vensblad van het product). De speciale functie
gaat deze automatisch uit.
▪ Gebruik voor het invriezen van grote hoeveelheden (max. vriescapaciteit zie typeplaat-
je of gegevensblad van het product) de bovenste lade. Bevinden zich hier reeds inge-
vroren producten, verdeel deze dan over de onderste lades. Activeer de speciale
functie
direct vóór het inruimen van de producten.
▪ Vries ontdooide levensmiddelen niet nogmaals in, omdat de levensmiddelen kunnen
bederven.
8.4
Aanwijzingen om energie te besparen
▪ Laat de indeling van de lades, glazen legborden en inhangbare bakken zo veel moge-
lijk hetzelfde als deze bij de levering is. Deze indeling zorgt voor de best mogelijke
temperatuurverdeling.
▪ Open de toesteldeur alleen zo vaak als nodig en houd deze ook maar zo kort moge-
lijk geopend. Hoe sneller u de deur weer sluit, hoe minder kou er verloren gaat.
▪ Laat warme of hete levensmiddelen eerst buiten de koelkast afkoelen.
▪ Sla levensmiddelen die veel vocht afgeven zoveel mogelijk op in gesloten verpakkin-
gen of dek deze goed af. Vocht leidt tot sterkere ijsvorming op de achterwand van de
koelkast en tot een reductie van het koelvermogen.
▪ Let erop dat de toesteldeuren volledig en goed sluiten. De afdichting van de deur
moet goed aanliggen tegen het frame van het toestel.
▪ Installeer het toestel niet in de buurt van verwarmingslichamen, verwarmingsbuizen of
rookgasafvoeren en bescherm het tegen directe inval van zonnestralen.
9
Verzorging en onderhoud
9.1
Reiniging
Houd de binnenruimte schoon om voedsel hygiënisch te kunnen bewaren.
Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen of krassen makende lappen.
Risico op beschadigingen aan het toestel.
▸ Was de binnenruimte van tijd tot tijd uit met een mild zeepsop en droog deze daarna
goed af. Reinig af en toe met citroenwater; hierdoor worden geuren geabsorbeerd.
▸ Controleer deurafdichtingen regelmatig op verontreinigingen en reinig deze met een
zachte borstel of een penseel. Hierdoor wordt voorkomen dat deze vastkleven en be-
schadigd raken.
▸ Maak de bedienings- en display-elementen schoon met een licht vochtige doek.
16
kan worden geactiveerd; na 24 uur