Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
1
2
3
Papierformaat en mediatype voor de cassettes:
Als de formaatknop is ingesteld op een van de onderstaande formaten, stel dan het mediatype in.
"A4", "A5", "B5", "Letter", "Legal" of "A6" (alleen Cassette 1)
Als de formaatknop is ingesteld op "Other", configureer dan de instellingen voor het
papierformaat en het mediatype.
Roe p he t sc he rm op.
Toets [Menu] > toets [▲] [] > [Papierinstellingen] > toets [OK] > toets [▲] [] >
[Cassette 1 (tot 4) inst.] > toets [OK]
OPMERKING
[Cassette 2] tot [Cassette 4] worden weergegeven als de optionele papierinvoer
geïnstalleerd is.
Ge e f he t m e dia t ype op.
1
Toets [▲] [] > [Mediatype] > toets [OK]
2
Selecteer het mediatype en druk op de toets [OK].
Ge e f he t pa pie rform a a t op.
1
Toets [▲] [] > [Ander papier] > toets [OK]
2
Kies het papierformaat en druk op de toets [OK].
Als u [Custom] hebt gekozen, ga dan als volgt te werk om de papierlengte en -breedte op te geven.
3
Toets [▲] [] > [Custom pap.form.] in "Cassette 1 (to 4) inst." > toets [OK] > toets [▲] []
> [Maateenheid] > toets [OK]
4
Kies de maateenheden voor het papierformaat en druk op de toets [OK].
5
Toets [▲] [] > [Invoer form. (Y)] > toets [OK]
6
Geef de papierlengte op en druk op de toets [OK].
OPMERKING
Gebruik de cijfertoetsen of druk op de toets [▲] of [▼] om een nummer in te voeren.
7
Toets [▲] [] > [Invoer form. (X)] > toets [OK]
8
Geef de papierbreedte op en druk opde toets [OK].
OPMERKING
Gebruik de cijfertoetsen of druk op de toets [▲] of [▼] om een nummer in te voeren.
3-11
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
