Het apparaat installeren en instellen > Software installeren
3
4
K lik op [Aa nge pa st inst a lle re n].
I nst a lle e r de soft w a re
1
Selecteer het te installeren apparaat.
1
BELANGRIJK
Als Wi-Fi of Wi-Fi Direct is ingeschakeld, dan moet u het IP-adres voor de
poortnaam opgeven. De installatie kan mislukken als de hostnaam is opgegeven.
OPMERKING
• Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingeschakeld. Als de
computer er niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is
aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is
ingeschakeld en klik op
• Als het gewenste apparaat niet verschijnt, druk dan op [Aangepast apparaat
toevoegen] om rechtstreeks het apparaat te selecteren.
2
Selecteer het te installeren stuurprogramma.
2
2
(Vernieuwen).
1
3
2-25