Zorg ervoor dat alle cartridges correct zijn geïnstalleerd.
●
Zie
Cartridges
Controleer de geschatte inktniveaus in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt is.
●
Zie
De geschatte inktniveaus
OPMERKING:
te kunnen plannen. Houd een vervangende cartridge binnen handbereik om mogelijke afdrukvertragingen
te vermijden wanneer een indicator op lage inktniveaus wijst. U hoeft de cartridges pas te vervangen als de
printer hierom vraagt.
Tips voor het plaatsen van papier
Hieronder volgen enkele inkttips in papier te plaatsen voor het afdrukken:
Zorg ervoor dat het papier correct in de lade is geplaast en stel de correcte grootte en het correcte type van
●
het materiaal in. Als u papier in de lade plaatst, wordt u gevraagd de grootte en het type van het materiaal in
te stellen vanaf het configuratiescherm.
Zie
Afdrukmateriaal
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat en
●
dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
●
Zorg ervoor dat het papier in de lade plat ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Verschuif de papierbreedtegeleider in de lade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg ervoor dat de
●
geleiders het papier niet buigen in de lade.
32
Hoofdstuk 5 Afdrukken
vervangen.
controleren.
Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om
laden.