1.
Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
a.
Wanneer u een origineel document in staande afdrukstand plaatst, plaats de pagina's dan zodanig
dat de bovenrand van het document eerst wordt ingevoerd. Wanneer u een origineel document in
liggende afdrukstand plaatst, plaats de pagina's dan zodanig dat de linkerrand van het document
eerst wordt ingevoerd.
b.
Schuif het papier in de documentinvoer tot u een geluid hoort of tot er op het scherm van het
bedieningspaneel een bericht verschijnt dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
TIP:
documentinvoer.
2.
Pas de papierbreedtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken.
Standaardpapierinstellingen wijzigen
De printer kan automatisch detecteren of de invoerlade met papier werd beladen en detecteert of de het papier
breed, smal of middelbreed is. U kunt het standaard brede, middelbrede of smalle papierformaat, gedetecteerd
door de printer, veranderen.
1.
Veeg op het beginscherm van het bedieningspaneel naar rechts en druk op Lades.
2.
Selecteer de lade en druk op Wijzigen om de gewenste wijzigingen aan te brengen.
3.
Tik op Gereed.
Elementaire informatie over papier
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. U kunt
het beste een verscheidenheid aan papiersoorten testen voordat u grote hoeveelheden koopt.
Gebruik HP afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Ga naar
24
Hoofdstuk 3 Afdrukmateriaal laden
Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het plaatsen van originelen in de
hp.com
voor meer informatie over HP papier.