BLUETOOTH Functies
Naar muziek luisteren via
een BLUETOOTH-
apparaat
Dit systeem koppelen aan
een BLUETOOTH-apparaat
Koppelen is een handeling waarbij
BLUETOOTH-apparaten vooraf bij elkaar
geregistreerd worden. Zodra een
koppelingshandeling is uitgevoerd,
hoeft deze niet nogmaals te worden
uitgevoerd.
1
Plaats het BLUETOOTH-apparaat
binnen 1 meter van het apparaat.
2
Druk op de subwoofer op
PAIRING.
De blauwe LED-aanduiding
knippert snel tijdens het koppelen
van BLUETOOTH.
3
Schakel de BLUETOOTH-functie in
en selecteer dan "HT-RT3", na het
zoeken naar deze optie op het
BLUETOOTH-apparaat.
Voer deze stap binnen 5 minuten
uit, anders wordt de
koppelingsmodus geannuleerd.
Als de BLUETOOTH-verbinding tot
stand is gekomen, gaat het blauwe
LED-aanduiding branden.
14
NL
Opmerkingen
Als een wachtwoord vereist is op het
BLUETOOTH-apparaat, voer dan "0000".
Het wachtwoord kan ook "Passcode",
"PIN code", "PIN number" of "Password"
worden genoemd.
U kunt maximaal 9 BLUETOOTH-
apparaten koppelen. Als het 10e
BLUETOOTH-apparaat wordt gekoppeld,
wordt het minst recent gekoppelde
apparaat vervangen door het nieuwe
apparaat.
Naar muziek luisteren van
het gekoppelde apparaat
1
Schakel de BLUETOOTH-functie
van het gekoppelde apparaat in.
2
Druk herhaaldelijk op INPUT om
"BT" te selecteren.
Het systeem maakt automatisch
verbinding met het BLUETOOTH-
apparaat, waarmee het systeem het
meest recent verbonden was.
Als de BLUETOOTH-verbinding tot
stand is gekomen, gaat het blauwe
LED-aanduiding branden.
3
Start het afspelen op het
BLUETOOTH-apparaat.
4
Met deze toets kunt u het volume
aanpassen.
Pas het volume van het
BLUETOOTH-apparaat aan.
Stel het volume van het systeem
in door op +/– te drukken.
Stel het volume van de subwoofer
in door op SW +/– te drukken.
Opmerkingen
Zodra het systeem en het BLUETOOTH-
apparaat zijn verbonden, kunt u het
afspelen bedienen door op en
/ te drukken.