Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

OPMERKING
Door glycol aan het watercircuit toe te voegen,
wordt het maximaal toegestane watervolume van
het systeem verlaagd. Zie de INSTALLATIE-,
BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSHANDLEID-
ING voor meer informatie.

5.7 Water

Verwarmingswater/vul- en suppletiewater vullen
en bijvullen
Controleer de kwaliteit van het verwarmingswater
voordat u de installatie vult of bijvult.
OPMERKING
Gevaar voor materiële schade door
verwarmingswater van slechte kwaliteit.
Zorg ervoor dat het verwarmingswater
van voldoende kwaliteit is.
De vulling en het suppletiewater controleren
Meet de hardheid van het vul- en suppletiewater
voordat u de installatie vult.
De kwaliteit van het verwarmingswater controleren
1)Neem een beetje water uit het verwarmingscircuit.
2)Controleer hoe het verwarmingswater eruit ziet.
Als wordt vastgesteld dat het verwarmingswater
bezinksel bevat, moet u de installatie ontsmetten.
3) Gebruik een magneetstaafje om te controleren of
het verwarmingswater magnetiet (ijzeroxide) bevat.
Als u vaststelt dat het magnetiet bevat, reinigt u de
installatie en neemt u geschikte corrosieremmende
maatregelen, of installeert u een magnetietafscheider.
4) Controleer de pH-waarde van het verwijderde
water bij 25 °C.
Als de waarde onder 8,2 of boven 10,0 ligt, reinigt
u de installatie en behandelt u het verwarmingswater.
OPMERKING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het
verwarmingswater kan komen.
Het vul- en suppletiewater behandelen
Neem alle toepasselijke nationale voorschriften
en technische regels in acht bij het behandelen van
het vul- en suppletiewater.
Voor zover de nationale voorschriften en technische
regels geen strengere eisen stellen, geldt het
volgende:
U moet het verwarmingswater in de volgende
gevallen behandelen.
Als de totale hoeveelheid vul- en suppletiewater
tijdens de levensduur van de installatie drie keer de
nominale waarde van de verwarmingsinstallatie
overschrijdt of
Als niet aan de richtwaarden in de volgende tabel
wordt voldaan of
Als de pH-waarde van het verwarmingswater
kleiner dan 8,2 of groter dan 10,0 is.
Geldigheid: Denemarken of Zweden
Totale
Waterhardheid bij specifiek systeemvolume
verwarm-
ingsver-
≤20 l/kW
mogen
kW
°dH
mol/m
<50
< 16,8
< 3
>50 en
11,2
2
≤200
>200 en
8,4
1,5
≤600
>600
0,11
0,02
1) Nominale capaciteit in liters/verwarmingsvermogen; bij
systemen met meerdere ketels moet het kleinste afzonderlijke
verwarmingsvermogen worden gebruikt.
Geldigheid: Groot Brittannië
Totale
Waterhardheid bij specifiek systeemvolume
verwarm-
ingsver-
≤20 l/kW
mogen
ppm
kW
mol/m
CaCO
3
<50
< 300
< 3
200
2
>50 en
≤200
150
1,5
>200 en
≤600
2
0,02
>600
1) Nominale capaciteit in liters/verwarmingsvermogen; bij
systemen met meerdere ketels moet het kleinste afzonderlijke
verwarmingsvermogen worden gebruikt.
Geldigheid: Finland of Noorwegen
Totale
Waterhardheid bij specifiek systeemvolume
verwarm-
ingsver-
≤20 l/kW
mogen
mg
kW
/l mol/m
CaCO
3
<50
< 300
< 3
200
2
>50 en
≤200
150
1,5
>200 en
≤600
2
0,02
>600
1) Nominale capaciteit in liters/verwarmingsvermogen; bij
systemen met meerdere ketels moet het kleinste afzonderlijke
verwarmingsvermogen worden gebruikt.
22
1)
>20 l/kW en
>50 l/kW
≤50 l/kW
°dH
mol/m
°dH
mol/m
3
3
3
11,2
2
0,11
0,02
0,02
8,4
1,5
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,11
0,02
0,11
0,02
1)
>20 l/kW en
>50 l/kW
≤50 l/kW
ppm
ppm
mol/m
mol/m
3
3
3
CaCO
CaCO
3
3
200
2
2
0,02
150
1,5
2
0,02
2
0,02
2
0,02
2
0,02
2
0,02
1)
>20 l/kW en
>50 l/kW
≤50 l/kW
mg
mg
mol/m
mol/m
3
3
3
CaCO
/l
CaCO
/l
3
3
200
2
2
0,02
150
1,5
2
0,02
2
0,02
2
0,02
2
0,02
2
0,02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave