OPMERKING
De installatie van het Y-vormige filter bij
de waterinlaat is verplicht.
Let op de juiste stroomrichting van het
Y-vormige filter.
Warm water
Zie voor de installatie van de warmwatertank (ter
plaatse geleverd) de specifieke handleiding van de
warmwatertank.
Overige
OPMERKING
Ontluchtingskranen
moeten
punten van het systeem geïnstalleerd worden.
Afvoerkranen moeten op lage punten
van het systeem geïnstalleerd worden.
5.3 Watercircuit vullen met water
OPMERKING
Controleer
5.7
Water
waterkwaliteitseisen voordat u het met water
vult. Pompen en kleppen kunnen vastlopen
als gevolg van een slechte waterkwaliteit.
Sluit de watertoevoer aan op de vulklep en open
het klep. Volg de geldende voorschriften.
Zorg ervoor dat de automatische ventilatieklep
open staat.
Zorg voor een waterdruk van ca. 2,0 bar.
Verwijder de lucht in de ringleiding zoveel mogelijk
met behulp van de ontluchtingsventielen. Lucht in het
watercircuit kan leiden tot storingen in de elektrische
back-upverwarmer.
Zet
de
zwarte
plastic
bedekking/kap niet vast op
het
ontluchtingsventiel
bovenaan de unit wanneer
het systeem actief is. Open
de ventilatieklep en draai
deze minstens 2 volledige
slagen tegen de wijzers van
de klok in om lucht uit het
systeem
te
laten
ontsnappen.
OPMERKING
De waterdruk varieert met de watertemperatuur
(hogere druk bij hogere watertemperatuur).
Houd de waterdruk altijd boven 0,3 bar om te
voorkomen dat er lucht in de ringleiding komt.
Maximale waterdruk
5.4 De warmwatertank vullen met
Zie de specifieke handleiding van de warmwatertank.
5.5 Waterleidingisolatie
Het volledige watercircuit, inclusief alle leidingen, moet
geïsoleerd worden om condensatie tijdens koelbedrijf,
vermindering van verwarmings- en koelvermogen en
bevriezing van de buitenwaterleidingen in de winter te
voorkomen.
op
hoge
voor
de
brandwerendheidsklasse B1 of hoger hebben
en voldoen aan alle geldende voorschriften.
afdichtingsmateriaal moet lager zijn dan
0,039 W/mK.
De aanbevolen dikte van het afdichtingsmateriaal
wordt hieronder aangegeven.
Leidinglengte (m) tussen de
unit en het aansluitapparaat
5.6 Vorstbescherming
5.6.1 Beveiligd door software
De software is uitgerust met specifieke functies om
het hele systeem met behulp van de warmtepomp en
de back-upverwarming (indien aanwezig) tegen
bevriezing te beschermen.
Als de temperatuur van de waterdebiet in het
systeem tot een bepaalde waarde daalt, zal de unit
het
warmtepomp,
back-upverwarming.
3 bar
De antivriesfunctie wordt alleen ingeschakeld
wanneer de temperatuur tot een bepaalde waarde stijgt.
20
water
OPMERKING
Het
isolatiemateriaal
Het warmtegeleidingsvermogen van het
Minimale
isolatiedikte (mm)
< 20
20~30
30~40
40~50
water
verwarmen
met
behulp
elektrische
verwarmingslint
moet
een
19
32
40
50
van
de
of