♦ Voer geen meting uit wanneer u iets abnormaals bemerkt zoals beschadigde behuizing,
defecte meetsnoeren, blootgestelde metalen onderdelen enz.
♦ Verander niet van meetfunctie wanneer het meetsnoer met de te testen apparatuur
verbonden is.
♦ Installeer geen wisselstukken of breng geen veranderingen aan maar breng het apparaat
naar uw verdelen voor herstelling of herijking.
♦ Vervang de batterijen niet als het toestel of uw handen vochtig zijn.
♦ Verwijder het meetsnoer uit het toestel alvorens het batterijcompartiment te openen.
♦ Stel de functieschakelaar juist in alvorens een meting te beginnen.
♦ Stel het apparaat niet bloot aan de zon, aan extreme temperaturen of aan vochtigheid.
♦ Als het toestel geruime tijd niet gebruikt wordt, berg het dan op nadat u de batterijen
verwijderd hebt.
♦ Reinig het toestel met water of een neutraal detergent; gebruik geen schuurmiddelen of
solventen.
2. EIGENSCHAPPEN
De toestellen 5005A en 3007A zijn microprocessor-gestuurde isolatie- en
continuïteitstesters.
Conform onderstaande veiligheidsnormen:
•
IEC 61010-1 overspanningscategorie III 300V Contaminatiegraad 2
IEC 61010-2-31 veiligheidsnormen voor probes
Displayverlichting om het meten te vergemakkelijken op donkere of slechtverlichte
•
plaatsen (model 3007A).
Balkgrafiek voor weergave van de resultaten.
•
Draagriem zodat men tijdens het meten de twee handen vrij heeft.
•
Zichtbare en hoorbare indicatie van stroomkring onder spanning.
•
Automatische ontlading.
•
Bij een isolatieweerstandsmeting worden de elektrische ladingen die zich in de
stroomkring hebben opgestapeld automatisch ontladen na de test. Men kan deze
ontlading volgen op het display.
Automatische uitschakeling.
•
Om de batterij te sparen schakelt het toestel automatisch 10 minuten na de laatste
verrichting uit.
LOK modus (model 3007A)
•
De teststroom wordt onderbroken van zodra de uitlezing stabiel is; dit om de batterij
te sparen.
WAARSCHUWING
OPGELET
3