1. Veiligheidswaarschuwingen instrument werd ontworpen getest overeenkomstig veiligheidsnorm IEC 61010 voor elektronische meetinstrumenten en werd in de beste omstandigheden afgeleverd na een controle te hebben ondergaan. handleiding bevat waarschuwingen veiligheidsvoorschriften die de gebruiker dient te respecteren om het toestel in optimale conditie te houden. Lees eerst grondig deze instructies alvorens het toestel in gebruik te nemen.
Pagina 4
GEVAAR Doe geen metingen op een circuit met een spanning van meer dan 300V. Begin geen enkele meting in de nabijheid van ontvlambare gassen. Dit kan vonken veroorzaken die op hun beurt tot een ontploffing kunnen leiden. Gebruik het toestel niet als de behuizing of uw handen vochtig zijn. Let op dat u de stroomkabel met het metaal van de meetsnoeren niet kortsluit tijdens een spanningsmeting.
Pagina 5
OPGELET Zorg ervoor dat het toestel uitgeschakeld is na gebruik en dat de meetsnoeren ontkoppeld zijn. Als u het toestel een tijdje niet gebruikt, verwijder dan de batterijen en berg het toestel op. Stel het toestel niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, een hoge temperatuur/vochtigheid of dauw.
Pagina 6
Symbolen Primaire elektrische circuits van apparatuur die rechtstreeks verbonden is met het verdeelbord, en CAT.III voedingslijnen vanaf het verdeelbord naar de stopcontacten. Instrument met dubbele of verstevigde isolatie De gebruiker dient de verklaringen in de handleiding te lezen. Aarding Dit product mag niet worden weggegooid bij het huishoudelijk afval maar moet gesorteerd worden voor gescheiden afval overeenkomstig de richtlijn 2002/96/EC.
Lage teststroom (max 2mA) die de verliesstroomschakelaar niet doet afschakelen Waarschuwing voor circuit onder spanning bij detectie van 30V spanning of meer (de KEW4300 detecteert spanning, zelfs tijdens een weerstandmeting) LED-verlichting voor de meetplek (gaat automatisch aan/uit, afhankelijk van het omgevingslicht)
3. Specificaties Meetbereik en nauwkeurigheid (23ºC±5Cº, relatieve vochtigh. max. 75%) Spanning/Aardspanning Meetbereik Weergavebereik Nauwkeurigheid AC5.0 tot 300.0V (45 tot 65Hz) 0.0 tot 314.9V ±1%uitl.±4dgt (425V piek of minder) ±1%uitl.±8dgt DC±5.0 tot ±300.0V 0.0 tot ±314.9V *AC meetmethode: rms detectie Voor andere golfvormen dan sinusgolf met CF<2.5, moet men de aangeduide nauwkeurigheid ±1% einde schaal toepassen.
Pagina 9
Toepasselijke IEC 61010-1 normen IEC 60529(IP40) IEC 61557-1, -5 IEC 61326-1, 2-2 IEC 61010-031 MODEL7248 / CAT.III 600V (De krokodillenklem moet bevestigd worden en gebruikt in een CAT. III-omgeving of hoger.) MODEL8253 / CAT.III 300V (als deze met het toestel verbonden is) * Als de meetsnoeren met het toestel verbonden zijn, wordt de laagste categorie van hen toegepast.
Pagina 10
Werkingsfout De werkingsfout (B) is een fout die men verkrijgt onder nominale werkingsvoorwaarden en die berekend wordt, rekening houdend enerzijds met de intrinsieke fout (A) die inherent is aan het gebruikte toestel en, anderzijds, met de fout (Ei) ingevolge veranderingen. Conform de norm IEC61557, moet de maximale werkingsfout zich situeren binnen de ±30%.
4. Componenten (1) Instrument Fig. 4-1 Naam Details Voor aansluiting van de verwisselbare metalen H+S(C+P) connector meetpunt is MODEL8072 gemonteerd bij levering. Voor verlichting van de meetplek. De LED licht op dooft automatisch functie omgevingslicht. Voor het capteren van het omgevingslicht om de Omgevingslichtsensor LED aan of uit te schakelen.
Pagina 12
(2) LCD Fig. 4-2 Symbolen weergegeven op het display Duidt aan dat de batterijen moeten vervangen worden Toont de meetresultaten Wordt weergegeven als het meetresultaat het weergavebereik overschrijdt Weerstand : >2099 Spanning: >314.9V (“-OL” voor negatieve DC spanning) Duidt het einde van de meting aan; het meetresultaat blijft op het scherm Licht op om te waarschuwen dat het circuit onder spanning is...
6. Opstarten 6-1 Batterijspanningscontrole (1) Raadpleeg hoofdstuk 10 en installeer de batterijen in de KEW4300. (2) Druk minstens 1 sec. op de aanschakeltoets van de KEW4300. * 1 sec. of langer drukken om het toestel aan/uit te schakelen. Dit is om een verkeerde functie te voorkomen.
Pagina 15
[Hoe vervangen?] Maak de meetpunten los door het rode plastic gedeelte tegen wijzerzin te draaien. Monteer de gewenste meetpunt in de zeshoekige opening en draai het rode plastic gedeelte in wijzerzin terug vast. MODEL8072 MODEL 8253 Zeshoekige opening MODEL 8017 Meetpunt Interne draad...
7. Spanningsmeting GEVAAR Nooit spanningen aanleggen die de maximale overspanningsbeveiliging van 300V overschrijden. 7-1 Meetprocedure (1) Verbind de meetsnoeren met het toestel. Plug de L-vormige banaanstekker van MODEL7248 in de E-connector, zoals op de afbeelding. Fig. 7-1 (2) Verbind de meetsnoeradapter met de aardingszijde van het te testen circuit en de metalen meetpunt (H+S(C+P) klem) met de lijnzijde.
(3) De gemeten spanning wordt op het display weergegeven. Noteer de uitlezing zonder de testknop in te drukken. Het toestel geeft DC of AC weer met het respectieve “DC” of “AC” symbool. * Bij detectie van negatieve DC spanningen aan de H+S(C+P) klem, wordt een minteken "-"...
8. Aardingsweerstandmeting Dit toestel kan de aardingsweerstanden meten van distributielijnen, interne bedrading en elektrische apparatuur. GEVAAR Geen ingangssignalen aanleggen van meer dan 300V tussen de meetklemmen tijdens een aarspanningsmeting. Geen spanning aanleggen tussen de meetklemmen tijdens een aardingsweerstandmeting. 8-1 Meetprincipe toestel doet aardingsweerstandmetigen...
8-2 Meetprocedure (1) Verbind de meetsnoeren met het toestel. Plug de L-vormige banaanstekker van MODEL7248 in de E klem, zoals afgebeeld. Fig. 8-2 (2) Verbinding Verbind het toestel zoals op de afbeelding. P O W E R H + S ( C + P ) L O A D Fig.
Pagina 20
De weergegeven waarde moet lager zijn dan 10V. De waarschuwingsLED licht geel op als de aardspanning 10V is of meer. (De LED begint te knipperen bij 3V of meer als de frequentie van de aardspanning 400Hz bedraagt.) LED knippert. 10V of meer: geel 30V of meer: rood Fig.
9. LCD-verlichting en LED-lamp De LCD-verlichting en de LED-lamp op het toestel gaan automatisch aan/uit in functie van het omgevingslicht. Deze verlichting blijft aan gedurende 15 sec. De lichtsensor (zie afbeelding) capteert het omgevingslicht. Omgevingslichtsensor Fig. 9-1 Onzuiverheden op de sensor kunnen de werking van de lampjes verstoren.
10. Vervangen van de batterijen Als het batterijsymbool verschijnt, vervang dan de batterijen. GEVAAR Het batterijcompartiment nooit openen als het toestel vochtig is. De batterijen niet vervangen tijdens een meting. Om een elektrische schok te voorkomen, het toestel uitschakelen en de meetsnoeren loskoppelen alvorens de batterijen te vervangen.
Pagina 23
Z.I. les Sables 4, avenue Descartes – B.P. 20091 F-91423 MORANGIS CEDEX (France) T: 01.69.11.42.12 F: 01.60.11.17.78 E-mail: info@turbotronic.fr Kyoritsu behoudt zich het recht voor de specificaties of de designs in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande verwittiging en zonder verplichtingen.