Het toestel schakelt automatisch ± 10 minuten na de laatste verrichting uit. Om naar
de normale modus terug te keren, de functieschakelaar eerst op OFF zetten en dan
op de gewenste functie.
♦ Zelfs nadat het toestel automatisch uitgeschakeld werd, verbruikt het nog een kleine
hoeveelheid stroom. Plaats daarom de functieschakelaar steeds op OFF als u het toestel
niet gebruikt.
8. VERVANGEN VAN BATTERIJEN EN ZEKERING
♦ Open het batterijcompartiment niet tijdens het meten. Om een elektrische schok te
voorkomen, de meetsnoeren verwijderen alvorens het batterijcompartiment te openen om
de batterijen of de zekering te vervangen.
♦ Type zekering: snelle zekering, F 500mA/600V, 6.35(ø) x 32mm
8.1. Vervangen van de batterijen
(1) Verwijder de meetsnoeren uit het toestel.
(2) Open het batterijcompartiment door de metalen schroef los te maken.
Vervang steeds tegelijkertijd de 8 batterijen en let op de polariteit die binnenin
is aangeduid.
Type: AA LR6.
8.2. Vervangen van de zekering
(1) Verwijder de meetsnoeren.
(2) Open het batterijcompartiment (zie punt 8.1) en vervang de zekering.
Type: snelle keramische zekering 600V/500mA (F), 6.35(ø) x 32mm.
9. BEHUIZING EN TOEBEHOREN
OPGELET
GEVAAR
13