Servicecentra of ons serviceteam worden uitgevoerd met originele reserveonderdelen
worden gebruikt; anders kunnen er ongelukken gebeuren voor de gebruiker.
9.
Onderhoud de machine. Zorg ervoor dat alle bewegende en vaste onderdelen in de juiste
positie staan, dat er geen onderdelen kapot zijn of dat er andere defecten zijn die de soepele
werking van de machine kunnen beïnvloeden. Als er storingen optreden, laat de machinedan
voorinspectie repareren. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhoud.
10.
Houd de motor en uitlaat vrij van gras, gebladerte, overmatig vet of koolstofcoating om het
risico op brandgevaar te verminderen.
11.
Giet nooit water of andere vloeistoffen op het apparaat. Houd de handgrepen droog, schoon
en vuilvrij. Reinig de machine na elk gebruik.
12.
Volg de juiste verwijderingswetten en -voorschriften voor gas, olie, enz.
om het milieu te beschermen.
13.
Bewaar het apparaat op de juiste manier wanneer het niet in gebruik is. Kies een veilige
locatie zodat de machine niet door onbevoegden in beweging kan worden gezet. Plaats het
apparaat niet buiten of in een vochtige omgeving. Beveilig de machinedoor weg te rollen.
3.7
Onderhoud
Ondeskundig onderhoud of het niet of niet verhelpen van een defect, technisch defect of
probleem kan een bron van gevaar worden tijdens het gebruik. Gebruik alleen regelmatig
en goed onderhouden machines. Dit is de enige manier waarop u ervan uit kunt gaan dat
u uw apparaat veilig, economisch en probleemloos zult bedienen. En dat voor een lange
tijd.
1.
Voordat u schoonmaak-, reparatie- of inspectiewerkzaamheden verricht, moet u ervoor zorgen dat de
De motor is uitgeschakeld en alle bewegende delen zijn instilte.
2.
Voordat u aan het apparaat werkt, moet u de bougie loskoppelen om een
voorkomen dat de motor per ongeluk wordt gestart.
3.
Laat uw machine alleen achter door gekwalificeerd personeel en alleen met originele reserveonderdelen
repareren. Dit garandeert de veiligheidsgarantie van de machine.
3.8
Speciale veiligheidsinstructies
Gevareninstructies, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten strikt in acht
worden genomen om het risico op persoonlijk letsel, materiële schade en onjuist
servicewerk tot een minimum te beperken.
1.
Controleer de werkplek zorgvuldig en houd deze schoon en schoonvan vuil om struikelen te
voorkomen. Werk op vlakke grond.
2.
Blijf nooit in gebieden waar je lichaam verandert in geval van beweging
10
VEILIGHEID