Elektrisch aansluiten
Klemmen
Functie
X3.8
Pressostaat primair cir-
X3.9
cuit
en/of
P
Vorstbeveiligingsthermo-
staat
of
Brug
X3.18
Netaansluiting warmte-
X2.1
pompregeling 230 V~
X1.1
Regelaar- en sensorprintplaat (Sensoren)
Vereiste parameters bij de inbedrijfstel-
ling instellen, zie vanaf pagina 63.
Stekker
Sensor
F0.1/F0.2
Buitentemperatuursensor
F0.2/F0.3
Draadloze uurontvanger (accessoires)
F4
Buffertemperatuursensor boven
F11
Vochtaanbouwschakelaar 24 V–
Opmerking
Wanneer dauwpuntsensoren van de NC-box of AC-box
bij koeling worden gebruikt, brug plaatsen, anders
treedt de warmtepomp niet in werking (melding "CA vei-
ligheidsinrichting primair").
F13
Aanvoertemperatuursensor installatie (achter CV-water-
buffer)
F14
Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (CV-circuit zon-
der mengklep A1/VC1 of apart koelcircuit AKC)
F16
Kamertemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuit
AKC (vereist) of voor CV-/koelcircuit zonder mengklep
A1/VC1 (aanbevolen)
(vervolg)
Omschrijving
Potentiaalvrije opener nodig:
■ gesloten: veiligheidscircuit vrij
■ geopend: veiligheidscircuit onderbro-
ken, warmtepomp uit bedrijf
■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A
Aansluiting:
■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide
veiligheidscomponenten
■ Brug plaatsen bij afwezigheid veilig-
heidscomponenten
Zie hoofdstuk "Netaansluiting".
Montageverloop
Type
NTC 10 kΩ
DCF
NTC 10 kΩ
―
NTC 10 kΩ
NTC 10 kΩ
NTC 10 kΩ
41