uit en koppel de oplader en de batterij
los voordat u de SIM-kaart plaatst of
verwijdert.
U kunt contacten op de SIM-kaart
opslaan voordat u de kaart uit de telefoon
haalt. Zie Namen en nummers naar de
SIM-kaart kopiëren op pagina 26.
PIN-code
U hebt mogelijk een PIN-code
(Personal Identification Number)
nodig om de diensten in uw telefoon
te activeren. U hebt de PIN-code van
uw netwerkoperator gekregen. Elk
cijfer van de PIN-code wordt als een
sterretje (*) weergegeven, tenzij het
met de cijfers van een alarmnummer
begint, bijvoorbeeld 112 of 911. U
kunt alarmnummers zien en bellen
zonder een PIN-code in te voeren.
Cijfers van het scherm verwijderen
•
Druk op
.
Als u drie keer achter elkaar de verkeerde
PIN-code invoert, verschijnt
geblokkeerd. U heft de blokkering op
door uw PUK-code (Personal Unblocking
Key) in te voeren. Zie SIM-kaartblokkering
op pagina 65.
This is the Internet version of the User's guide. © Print only for private use.
PIN
1
2
Vliegtuigmodus
In de
Vliegtuigmodus
en de radio-ontvangers uitgeschakeld
om storing van gevoelige apparatuur
te voorkomen.
In de vliegtuigmodus kunt u de
Bluetooth™ functie gebruiken.
Opstartscherm
Het opstartscherm wordt weergegeven
wanneer u de telefoon inschakelt. Zie
Afbeeldingen gebruiken op pagina 45.
Stand-by
Als u de telefoon hebt ingeschakeld en
uw PIN-code hebt ingevoerd, wordt
de naam van de netwerkoperator
weergegeven op het scherm. Dit
wordt de stand-bymodus genoemd.
Help op de telefoon
U kunt op elk gewenst moment
Help en informatie opvragen op uw
telefoon. Zie Navigatie op pagina 13.
De Setup wizard gebruiken
Selecteer vanuit stand-by
>
Instellingen
> het tabblad
>
Setup
wizard.
Selecteer een optie.
zijn het netwerk
Menu
Algemeen
Beginnen
7