Veiligheidstips voor reiniging en onderhoud
Gevaar voor verbranding door hete oppervlakken.
Na het koken kunnen sommige delen van de kookplaat nog heet
zijn.
Schakel de kookplaat uit.
Laat de kookplaat afkoelen voordat u deze reinigt.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen wanneer u on-
geschikte reinigingsmiddelen gebruikt. Hetzelfde geldt als er res-
ten van geschikte reinigingsmiddelen op de kookplaat worden ver-
warmd. De oppervlakken zijn krasgevoelig.
Laat de oppervlakken afkoelen voordat u de kookplaat reinigt.
Verwijder resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of middelen die kras-
sen kunnen veroorzaken.
Gevaar voor brand door verontreinigd vetfilter.
In het vetfilter opgehoopt vet kan in brand vliegen.
Reinig het vetfilter regelmatig.
Gevaar voor letsel door de ventilatormotor.
Als de wasemafvoer actief is, roteert de ventilatormotor.
Schakel de kookplaat uit.
Wacht totdat een eventuele naloopcyclus is afgesloten.
Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreini-
ger.
Gebruik voor de reiniging geen scherpe voorwerpen.
Reiniging en onderhoud
63