Pagina 1
Gebruiks- en montagehandleiding Inductiekookplaten Lees beslist de gebruiks- en montage- handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr. 07 816 430...
Pagina 9
Algemeen Sensortoetsen a Aan/Uit-toets kookplaat b - Toetsen voor het instellen van de vermogensstand - Voor de vergrendeling - Voor het instellen van de tijd c Booster / TwinBooster d Toets voor het kiezen van een kookzone e - Toets voor het kiezen van de timer - Voor het wisselen tussen de timerfuncties - Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uit- schakelen")
10 - 16 Normaal 1400 Booster 2200 Totaal: 7400 Kookzone KM 6112 / KM 6115 / KM 6116 / KM 6118 Minimale tot maximale Vermogen in Watt bij 230 V** C in cm* 16 - 23 Normaal 2300 TwinBooster, stand 1...
Pagina 11
Algemeen Kookzone KM 6117 Minimale tot maximale Vermogen in Watt bij 230 V** C in cm* 16 - 23 Normaal 2300 TwinBooster, stand 1 3000 TwinBooster, stand 2 3700 10 - 16 Normaal 1400 Booster 2200 14 - 20 / Normaal 1850 TwinBooster, stand 1...
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is. Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Pagina 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu- rend toezicht houdt. Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe- zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be- dienen.
Pagina 14
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa- ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont- staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd. Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be- schadigd apparaat nooit in gebruik.
Pagina 15
Open nooit de ommanteling van het apparaat. De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd. Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door originele onderdelen worden vervangen.
Pagina 16
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa- raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders een elektrische schok krijgen! Veilig gebruik Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten.
Pagina 17
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha- digd kunnen raken. Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het alleen gebruiken als de deur geopend is.
Pagina 18
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk: Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra- per, zolang de plaat nog heet is.
Pagina 19
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Vanwege de snelle reactietijd van inductiekookzones kan de tem- peratuur in de panbodem in zeer korte tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd daarom altijd toezicht op het apparaat! Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik daarvoor nooit de booster.
Pagina 20
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich meteen onder de kookplaat bevindt. Het apparaat is voorzien van een ventilator.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat Oude elektrische en elektronische ap- tegen transportschade. Het verpak- paraten bevatten meestal nog waarde- kingsmateriaal is uitgekozen met het volle materialen. Ze bevatten echter oog op een zo gering mogelijke belas- ook schadelijke stoffen die nodig zijn ting van het milieu en de mogelijkheden...
Vóór het eerste gebruik Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge- bruiksaanwijzing. Eerste reiniging ^ Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. ^ Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch- tige doek en wrijf het apparaat daarna weer droog.
Inductie Principe Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneet- veld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzo- ne zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarm- te van de pan. Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie de rubriek "De juiste pannen").
Inductie Geluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookge- rei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kook- gerei. – Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een brom- geluid veroorzaken.
Inductie De juiste pannen Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem – geëmailleerd staal – gietijzer Niet geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem – aluminium of koper – glas/keramiek, aardewerk Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie, kunt u een magneet tegen de panbodem houden.
Bediening Principe van de bediening De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. De kookzones en de timer moeten "actief" zijn als u een ver- mogensstand of tijd wilt instellen of wijzigen.
Bediening Inschakelen Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen. Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is! Kookplaat inschakelen ^ Druk op de toets s. In de displays van alle kookzones verschijnt een 0, in het timerdisplay 00.
Bediening Tabel vermogensstanden Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo- gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering"). Bij de tussenstanden verschijnt een punt achter het getal. Vermogensstand instelling gewijzigde af fabriek instelling (9 vermogens- (17 vermogens- standen)
Bediening Aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen inge- schakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Activeren ^ Druk kort op de toets van de betreffende kookzone. Het display van de kookzone knippert.
Bediening Boosterfunctie De kookzones hebben een booster of een TwinBooster, zie het hoofdstuk "Algemeen". Met de boosterfunctie kunt u grote hoeveelheden snel verhit- ten, bijvoorbeeld water voor pasta. Als u de functie inscha- kelt, werken de kookzones gedurende 15 minuten met een verhoogd vermogen.
Pagina 32
Bediening – dat de vermogensstand van de verbonden kookzone wordt verlaagd als vermogensstand 9 was ingesteld. Het inschakelen van de TwinBooster op stand 2 leidt er bij de verbonden kookzone toe dat die kookzone wordt uitgescha- keld.
Pagina 33
Bediening Booster inschakelen ^ Druk op de toets van de betreffende kookzone. ^ Kies zo nodig een vermogensstand. ^ Druk op de toets B I/II. Het controlelampje voor de booster licht op en in het display van de kookzone begint h te knipperen. Na enkele seconden brandt h constant en dooft het controle- lampje.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Het uitschakelen van een kookzone ^ Druk 2x op de toets van de betreffende kookzone. In het kookzonedisplay knippert gedurende enkele seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna de restwarmte weergegeven. Het uitschakelen van de kookplaat ^ Druk op de toets s.
Tips om energie te besparen – Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die ma- nier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. zonder deksel met deksel – Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan is minder energie nodig dan voor een gro- te, niet geheel gevulde pan.
Timer De kookplaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt ge- bruiken. De timer kan voor twee functies worden gebruikt: - voor het instellen van een kookwekkertijd. - voor het automatisch uitschakelen van een kookzone. U kunt een tijd instellen van 1 minuut (01) tot 9 (9.^) uur.
Timer Kookzone automatisch uitschakelen U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitgeschakeld. Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd. Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door de veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende rubriek).
Timer Als u meerdere uitschakeltijden heeft geprogrammeerd, wordt de kortste resttijd weergegeven. Het controlelampje van de betreffende kookzone knippert. De andere controle- lampjes branden continu. Als u die resttijden wilt laten weer- geven, tip dan de sensortoets m zo vaak aan totdat het ge- wenste controlelampje begint te knipperen.
Beveiligingen Vergrendeling instellingen / apparaat Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. De vergrendeling van de instellingen activeert u als de kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het apparaat alleen nog beperkt worden bediend: –...
Pagina 41
Beveiligingen Activeren ^ Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat u een lang akoestisch signaal hoort. Deactiveren ^ Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat u een akoestisch signaal hoort.
Beveiligingen Veiligheidsuitschakeling Als een kookzone te lang aanstaat Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display ver- schijnt de restwarmte-indicator. Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals gebruikelijk.
– vet of olie op een hoge vermogensstand wordt verhit. – de onderkant van het apparaat niet voldoende wordt ge- ventileerd. – een hete kookzone na een stroomstoring weer wordt inge- schakeld. Reageert de oververhittingsbeveiliging opnieuw nadat de oorzaak is weggenomen, neem dan contact op met Miele.
Pagina 44
Beveiligingen Bedieningspaneel De elektronica van het bedieningspaneel is voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Deze beveiliging schakelt de kookplaat automatisch uit voordat de elektronica oververhit raakt. In het display verschijnt de foutmelding FE37. Als de elektronica voldoende is afgekoeld, verdwijnt de fout- melding en kunt u de kookplaat weer in gebruik nemen.
Reiniging en onderhoud Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog.
Pagina 46
Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper. Reinig de kookplaat vervolgens met het Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal (zie ook "Bij te bestellen accessoires") of met een ander geschikt reinigingsmiddel voor keramische platen. Gebruik hierbij keukenpapier of een schone doek. Gebruik het reini- gingsmiddel niet op een hete kookplaat, omdat daardoor vlekken kunnen ontstaan.
Extra functies Reset Uw apparaat heeft een reset-functie. Met deze functie kunt u alle instellingen van de programmering weer op de fabrieks- instellingen zetten. Reset activeren ^ Schakel de kookplaat in. ^ Druk tegelijk op de toetsen van de kookzones links voor en rechts voor totdat de kookzonedisplays doven (ca.
Extra functies Programmering U kunt de programmering van uw apparaat wijzigen (zie ta- bel). U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen. Na het oproepen van de programmering verschijnen in de kookzonedisplays P (programma), S (status) en getallen. Hiermee wordt de huidige instelling aangegeven. Na het verlaten van de programmering wordt automatisch een reset uitgevoerd.
Pagina 49
Gemiddeld Hard Akoestisch signaal bij be- diening sensortoetsen Zacht Gemiddeld Hard Akoestisch signaal timer Zacht, 10 seconden Gemiddeld, 10 seconden Hard, 10 seconden * De niet genoemde programma's zijn voor Miele. ** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
Pagina 50
Alleen handmatige activering van de vergrendeling Handmatige en automatische ac- tivering van de vergrendeling Geluidssignaal als er iets op het bedieningspaneel ligt Reactiesnelheid sensor- Langzaam toetsen Normaal Snel * De niet genoemde programma's zijn voor Miele. ** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
– schakel de aardlekscha- kelaar uit. Nadat de zekering, de hoofd- of de aardlekscha- kelaar weer is ingescha- keld, kunt u het apparaat weer normaal gebruiken. Waarschuw een elektricien of Miele als u de storing niet zelf kunt verhelpen.
Pagina 52
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Bij de nieuwe kook- Bij elk volgend gebruik plaat komen geurtjes neemt de geurvorming af, en damp vrij. totdat u niets meer waarneemt. Op de kookzone staat Gebruik geschikte pannen In het display van een kookzone verschijnt geen pan of een onge- (zie "De juiste pannen").
Pagina 53
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing De vermogensstand 9 Bij gelijktijdig gebruik wordt automatisch ver- van vermogensstand 9 laagd als u bij de ver- zou het maximale ver- bonden kook- c.q. mogen worden over- braadzone eveneens schreden. vermogensstand 9 in- stelt. Het apparaat wordt tij- Een of meer sensor- Reinig het bedieningspaneel...
Pagina 54
Controleer of de ventilator of defect. door een voorwerp (bijvoor- beeld een vork) wordt ge- blokkeerd. Verwijder het voorwerp. Neem contact op met Miele als de foutmelding opnieuw verschijnt. Alle andere Er is een storing opgetreden Onderbreek de stroomvoor- foutmeldingen.
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar. Kook-/braadpannen Bij Miele kunt u kiezen uit een groot aantal kook- en braad- pannen. De pannen sluiten qua functie en afmetingen perfect aan op de Miele-apparatuur. Meer informatie over de afzon- derlijke producten vindt u op de Miele-website.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen De aansluitkabel van de kookplaat Alleen een erkend vakman mag het mag na het inbouwen niet in aanraking apparaat inbouwen en op het elek- komen met de bodemplaat van het ap- triciteitsnet aansluiten. paraat en niet worden blootgesteld aan mechanische belastingen.
Pagina 57
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand boven het appa- Als in de gebruiksaanwijzing of raat montagehandleiding van verschil- lende apparaten (bijvoorbeeld een wokbrander of een elektrische kook- plaat) verschillende veiligheidsaf- standen worden genoemd voor plaatsing onder een afzuigkap, kies dan de grootste afstand. Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de vei- ligheidsafstand aan te houden die door...
Pagina 58
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand zijkant / achterkant Bij inbouw van de kookplaat mag zich aan de achterkant en aan één kant (rechts of links) een hoge keukenkast of een wand bevinden (zie afbeel- dingen). Niet toegestaan! a Tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad dient de afstand minimaal 50 mm te zijn.
Pagina 59
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand onder het appa- Tussenbodem raat Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk, maar wel toege- Om de ventilatie van het apparaat te kunnen waarborgen, moet onder het staan. apparaat een minimale afstand worden Voor de aansluitkabel moet aan de ach- aangehouden ten opzichte van een terkant een spleet van 10 mm worden oven, tussenbodem of lade.
Pagina 60
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit- sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Kookplaten met randlijst / Werkblad met tegels facetrand Dichting tussen kookplaat en werk- blad De voegen a en het gearceerde ge- deelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht.
Inbouwen Voorbereiding werkblad Kookplaat positioneren ^ Maak de uitsparing in het werkblad ^ Leid de aansluitkabel van de kook- volgens de maatschets. Neem daar- plaat door de uitsparing in het werk- bij de veiligheidsafstanden in acht blad naar beneden. (zie ook "Veiligheidsinstructies voor ^ Leg de kookplaat midden in de uit- het inbouwen").
Aansluiting en de voorschriften van het energie- bedrijf in acht worden genomen. Voordat u het apparaat aansluit, dient u Miele kan niet aansprakelijk worden de aansluitgegevens (spanning en fre- gesteld voor directe of indirecte quentie) op het typeplaatje te verge-...
H 05 VV-F (PVC-isolatie) – Bij een zekeringsautomaat: worden gebruikt. Een geschikte aan- Druk op de testknop (rood) totdat sluitkabel is verkrijgbaar bij Miele. de middelste knop (zwart) eruit- De aansluitkabel mag uitsluitend door springt. een vakman worden vervangen. Deze –...
– uw Miele-vakhandelaar of – Miele. De gegevens van Miele vindt u achter in deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Pagina 76
KM 6112 / KM 6113 / KM 6115 KM 6116 / KM 6117 / KM 6118 nl - NL M.-Nr. 07 816 430 / 06...