De warmtepomp moet regelmatig worden gecontroleerd. Onderhoudswerkzaamheden
zijn minimaal één keer per jaar nodig en moeten vervolgens worden gedocumenteerd om
een zo lang mogelijke levensduur van de warmtepomp te garanderen.
1. Visuele controle van het systeem op onregelmatigheden.
2. Vuilafscheiders en filters moeten om de 6 maanden worden gereinigd om ervoor te
zorgen dat het systeem schoon is en verstoppingen worden voorkomen.
3. Warmtepompen moeten schoon worden gehouden. Bladeren en vuil moeten
regelmatig worden verwijderd. Er mogen geen obstakels voor of achter de
warmtepomp worden geplaatst. Goede ventilatie en regelmatige reiniging van de
verdamper ondersteunen het rendement van de warmtepomp. De afvoer voor
condens- en dooiwater moet altijd vrij zijn.
4. Om de vorstbeveiliging van de warmtepomp te waarborgen, moet voor een
permanente stroomvoorziening gezorgd worden.
5. Stroom en elektriciteit moeten worden gecontroleerd.
6. Watersysteem, veiligheidsventielen en automatische ontluchter dienen te worden
gecontroleerd op functionaliteit. Er mag geen lucht in het systeem zitten, omdat dit de
watercirculatie vermindert.
7. De systeemdruk moet worden gecontroleerd. Een te hoge druk kan de warmtepomp
beschadigen. Een te lage druk veroorzaakt storingen.
8. Waterleiding en buisfittingen moeten worden gecontroleerd op lekken.
9. Alle onderdelen van het apparaat moeten op functionaliteit worden gecontroleerd.
Leidingaansluitingen en klepaftakkingen moeten visueel worden gecontroleerd op
koelmiddellekkage.
10. De platenwarmtewisselaar moet om de 3 jaar chemisch gespoeld worden.
11. Het foutgeheugen op de besturing moet worden gecontroleerd.
OEG multifunctionele, vermogensgestuurde lucht/water-warmtepomp
197
Onderhoud
Onderhoud en reiniging
voor eindgebruikers
6
6.1
NL