Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

OEG 650 001 330 Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 19

Inhoudsopgave

Advertenties

169
PSG1 (P201):
4.3
SG Ready-
Deze parameter activeert de SG Ready-functie.
gebruiksaanwijzing
Als PSG1 (P201)=AAN: de SG Ready-functie is geactiveerd, SG1(K8) en SG2(K6) worden
beschouwd als de warmtepompfunctie. Als PSG1 (P201)=UIT: de SG Ready-functie is niet
geactiveerd, SG1(K8) en SG2(K6) statussen worden genegeerd.
PSG2 (P202):
Deze parameter specificeert de doeltemperatuur in de verwarmingsmodus wanneer
„Aanbevolen modus inschakelen" actief is. De maximale waarde van deze parameter is de
maximale bedrijfstemperatuur van de warmtepomp (70°C).
Wanneer PSG2 (P202) = UIT, heeft het aanbevolen inschakelcommando geen effect op de
verwarming. Wanneer PSG2 (P202) = 65°C: wanneer het aanbevolen commando aan staat,
zal de warmtepomp zijn instelpunttemperatuur wijzigen in 65°C en werken met de verwar-
ming die is ingesteld op PSG8.
Opmerking: Deze parameter is alleen zinvol als er gebruik wordt gemaakt van een buffervat.
PSG3 (P203):
Deze parameter stelt de doeltemperatuur in verwarmingsmodus in wanneer „Command
Mode" is ingeschakeld. De maximale waarde van deze parameter is de maximale
bedrijfstemperatuur van de warmtepomp (70°C).
Als PSG3 (P203)=Uit: Het AAN-commando heeft geen effect op de verwarming. Als PSG3
= 65°C: Als het aanbevolen commando aan is, zal de warmtepomp zijn doeltemperatuur
wijzigen in 65°C en werken met de verwarming ingesteld op PSG8 (P208)
is gemaakt.
Opmerking: Deze parameter is alleen zinvol als er gebruik wordt gemaakt van een buffervat.
PSG4 (P204):
Deze parameter legt de gewenste temperatuur in de koelmodus vast wanneer het insch-
akeladvies geactiveerd is. De minimale waarde van deze parameter vertegenwoordigt de
minimale bedrijfstemperatuur van de warmtepomp (10°C). Als PSG4 (P204) = UIT: het
aanbevolen inschakelcommando
geen invloed op de koeling. Als PSG4 (P204) = 15°C: Wanneer het voorgestelde commando
aan is, zal de warmtepomp zijn koeldoeltemperatuur wijzigen in 15°C.
Opmerking: Deze parameter is alleen zinvol als er gebruik wordt gemaakt van een buffervat.
PSG5 (205):
Als het inschakelcommando geactiveerd is, legt deze parameter de gewenste temperatuur in
de koelmodus vast. De minimale waarde van deze parameter vertegenwoordigt de minimale
bedrijfstemperatuur van de warmtepomp (10°C).
Indien PSG5 = UIT: Het inschakelcommando heeft geen invloed op de koeling. Wanneer
PSG5 =15°C: Wanneer het aan-commando aan is, zal de warmtepomp zijn
koeldoeltemperatuur wijzigen in 15°C. Ongeacht of de PSG8 (P208) in de koelmodus staat,
de warmtepomp zal altijd in koelmodus werken.
Opmerking: Deze parameter is alleen zinvol als er gebruik wordt gemaakt van een buffervat.
PSG6 (P206):
PSG6: Deze parameter legt de gewenste temperatuur in de tapwateropwarmingsmodus
vast als het inschakeladvies geactiveerd is. De maximale waarde van deze parameter is
de maximale bedrijfstemperatuur van de warmtepomp (70°C). Als PSG6 = UIT, heeft
het AAN-commando geen invloed op de tapwateropwarmingsmodus. Als PSG6 = 65°C:
Wanneer het aanbevolen commando aan is, zal de warmtepomp de ingestelde temperatuur
voor SWW-verwarming wijzigen in 65°C en werken met de verwarming ingesteld op PSG8.
NL
OEG multifunctionele, vermogensgestuurde lucht/water-warmtepomp

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

650 001 331650 001 332650 001 333

Inhoudsopgave