154
2
Systeembeschrijving
3
Installatie
3.1
Algemene informatie voor
de installateur
NL
OEG multifunctionele, vermogensgestuurde lucht/water-warmtepomp
Het apparaat is een monoblock lucht/water-warmtepomp.
In een monoblock zitten alle benodigde componenten in één apparaat.
Het verwarmingscircuit van het gebouw is rechtstreeks op de warmtepomp aangesloten.
Omdat installatie en aansluiting zeer ongecompliceerd zijn, kan het systeem meestal
binnen enkele uren in gebruik worden genomen.
Het apparaat biedt vijf verschillende bedrijfsmogelijkheden:
• Ruimtekoeling
• Ruimteverwarming
• Tapwateropwarming
• Ruimtekoeling + tapwaterverwarming
• Ruimteverwarming + tapwaterverwarming
Het vermogen van de warmtepomp wordt door middel van een gelijkstroomomvormer
(inverter) automatisch aangepast aan de betreffende vraag. Ontdooiprogramma's voor
de warmtewisselaar worden volautomatisch geactiveerd. OEG monoblock-huishoudelijke
warmtepompen worden geleverd als aansluitklare units voor buitenopstelling. Het koude-
middel R290 in een hermetisch gesloten circuit met een GWP-waarde van 3 is een van de
meest klimaatvriendelijke en tegelijkertijd meest efficiënte koudemiddelen op de markt.
De warmtepomp wordt ingesteld en bediend via een aanraakgevoelig kleurenscherm
(touchscreen). Het display is normaal gesproken niet nodig tijdens het gebruik en wordt
verduisterd. Na het aanraken van het scherm wordt de huidige status met de belangrijkste
instellingen overzichtelijk weergegeven. Er zijn wachtwoordbeveiligde menustructuren
voor gebruikers en installateurs. De slimme besturing biedt een verscheidenheid aan
informatie en instelmogelijkheden.
Belangrijke informatie om schade aan de warmtepomp te voorkomen
• Voordat water door de platenwarmtewisselaar wordt gevoerd, moet een filter worden
geïnstalleerd. Het waterfilter moet na het eerste gebruik worden gereinigd en daarna
minimaal één keer per jaar. Daarnaast wordt de installatie van een vuilafscheider
aanbevolen.
• In koudere streken en overal waar de omgevingstemperatuur kan dalen tot waarden van
0 °C of lager, moet er om veiligheidsredenen antivries (glycol) in het watersysteem van
de warmtepomp aanwezig zijn. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3.6.
• Voor de geïntegreerde elektrische vorstbeveiligingsfunctie moet de warmtepomp altijd
aangesloten blijven op het net. Bij stroomuitval en onvoldoende antivries (glycol) in het
watersysteem moet het water van de warmtepomp volledig worden afgetapt. Bevriezend
water in de pomp kan de warmtepomp ernstig beschadigen.
De installatie, inbedrijfstelling, het onderhoud en de reparatie van het apparaat mogen
alleen worden uitgevoerd door een vakman. Hij is verantwoordelijk voor het naleven van
alle geldende voorschriften tijdens de installatie en de eerste inbedrijfstelling.
Het apparaat mag alleen compleet met alle veiligheidsvoorzieningen worden
geinstalleerden gebruikt. Bescherm het apparaat tijdens de bouwfase tegen stof en vuil.